F 8 - Vorm en inhoud

Vorm en inhoud
Fictie
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vorm en inhoud
Fictie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat we onder inhoud en vorm verstaan; 
- wat proza en poëzie zijn en welke hoofdgenres er zijn. 

Slide 2 - Diapositive

Lees jij graag gedichten?

Slide 3 - Sondage

Wat vind je van dit gedicht?
Dame, meegaand met de muistroom
Meegenomen naar de donkere zijde
Ik wil de man aan je linkerzijde zijn
Ik houd van je, als je dat lied zingt
En ik heb een brok in mijn keel
Want je gaat de woorden fout zingen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Vorm en inhoud
Een boek of gedicht ontstaat niet zomaar. De schrijver maakt veel keuzes bij de totstandkoming van een werk. 

De vorm heeft betrekking op hoe de dingen zijn opgeschreven; 
De inhoud heeft betrekking op wat de schrijver heeft opgeschreven. 

Vorm en inhoud samen vormen het werk en kunnen niet los van elkaar worden gezien. 

Slide 6 - Diapositive

Wat is het verschil tussen
proza en poëzie?

Slide 7 - Carte mentale

Proza en poëzie (vorm)
Literaire werken zijn er in verschillende soorten en maten. Op het gebied van vorm maken  we een onderscheid tussen proza en poëzie. 

Proza is verhalende literatuur; het is een lopende tekst die gebruik maakt van de gehele breedte van het papier. 
Bij poëzie gaat het om gedichten; de schrijver bepaalt waar de regel eindigt en wanneer hij verder wil op de volgende regel. 


Slide 8 - Diapositive

Epiek, lyriek en dramatiek (inhoud) 
Op het gebied van inhoud maken we een onderscheid tussen: 

Epiek
- verhalende teksten
- handelingen staan centraal
- zowel proza als poëzie
Lyriek
- gevoelens  
- gedachten
- geen handelingen
Dramatiek
dialoog -
menselijk conflict -
denk aan toneel -

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1 tot en met 5 op pagina 35 

Slide 10 - Diapositive

Epiek, lyriek of dramatiek?
Pluk de dag
vanochtend na het ontbijt
ontdekte ik, door mijn verstrooidheid,
dat het deksel van een middelgroot potje marmite
(het 4 oz net formaat)
precies past op een klein potje Heinz sandwich spread
natuurlijk heb ik toen meteen geprobeerd
of het sandwich spread-dekseltje
ook op het marmite-potje paste
en jawel hoor: het paste eveneens



Slide 11 - Diapositive

Epiek, lyriek of dramatiek?
De zee

De zee kun je horen
met de handen voor je oren,
in een kokkel, in een mosterdpotje,
of aan zee.

Slide 12 - Diapositive

2. Leg in je eigen woorden het verschil tussen proza en poëzie uit.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive