3VWO - Proeftoets GR1 - Gram WS 1-3 / zinsdelen 3 / Form 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Proeftoets GR1

Grammatica  woordsoorten 1-3 

Grammatica zinsdelen 3

Formuleren 3

3VWO

Succes... en let goed op tijdens het maken! 

Het woord 'jawel' komt voor als tussenwerpsel van bevestiging EN als bijwoord.

1. niet juist
2. juist

Woorden als gebrul (van een leeuw), geblaf (van een hond) en getoeter (van een auto) zijn tussenwerpsels, omdat ze een klank nabootsen.

1. niet juist
2. juist

‘PIEP,’ zei de muis, ‘PIEPPIEP’, maar de mus antwoordde niet.
Dit is een...

1. zelfstandig naamwoord
2. bijwoord
3. tussenwerpsel

'Piep,’ zei de muis, ‘pieppiep’, maar de mus antwoordde NIET.
Dit is een...

1. zelfstandig naamwoord
2. bijwoord
3. tussenwerpsel

HELAAS moet je de theorie voor de toets goed leren...
Dit is een...

1. zelfstandig naamwoord
2. bijwoord
3. tussenwerpsel

Zorg maar dat je geen KLETS voor je hoofd krijgt!

1. zelfstandig naamwoord
2. bijwoord
3. tussenwerpsel

In onze klas zit een meisje DAT goed kan voetballen.

1. betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
2. vragend voornaamwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Weet jij wie zich weer heeft misdragen met carnaval in Reeuwijk?

1. betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
2. vragend voornaamwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Weet jij wie zich weer heeft misdragen met carnaval in Reeuwijk?

1. betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
2. vragend voornaamwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Ik denk, DAT hij me niet wil vertellen wat er op het feest is gebeurd.

1. betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
2. onderschikkend voegwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

De jongens zochten tijdens de optocht naar twee meisjes met WIE ze samen een dansje konden maken.

1. betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
2. onderschikkend voegwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Wat betekent het verkeersbord eigenlijk dat ze aan het begin van DIE John Mottstraat geplaatst hebben?

1. betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
2. onderschikkend voegwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Volgens mij is WAT je nu gedaan hebt, echt ontoelaatbaar.

1. betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
2. onderschikkend voegwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Heeft u misschien wat chocolade voor me?

1. onbepaald hoofdtelwoord
2. onderschikkend voegwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Dat is het ergste wat je ooit tegen me gezegd hebt!

1. onbepaald hoofdtelwoord
2. onderschikkend voegwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Dat is het ergste wat je ooit tegen me gezegd hebt!
Het antecedent is...

Welk type bijzin herken je in deze zin?

In verband met de storm raadt de school iedereen aan om thuis te blijven.

1. beknopte bijzin met ‘te + infinitief’
2. gewone zin
3. beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
4. beknopte bijzin met voltooid deelwoord

Welke bijzin herken je in deze zin?

Bijgestaan door familie en vrienden vond Jeroen eindelijk een manier om geld te verdienen.

1. beknopte bijzin met ‘te + infinitief’
2. gewone zin
3. beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
4. beknopte bijzin met voltooid deelwoord

Welke bijzin herken je in deze zin?

Tevreden terugkijkend op een geslaagd feest deed Maxime het licht uit.

1. beknopte bijzin met ‘te + infinitief’
2. gewone zin
3. beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
4. beknopte bijzin met voltooid deelwoord

Welke bijzin herken je in deze zin?

Toen hij zichzelf acteur noemde in een toneelstuk, werd Jarno flink uitgelachen door zijn vrienden.

1. beknopte bijzin met ‘te + infinitief’
2. gewone zin
3. beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
4. beknopte bijzin met voltooid deelwoord