ZN, LW, BNW

WOORDSOORTEN

ZELFSTANDIG NAAMWOORD

LIDWOORD

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Maak verschillende kloppende zinnen met de volgende woorden die je op het bord te zien krijgt

beker

het

paars/paarse

ZELFSTANDIG NAAMWOORD

Namen van mensen, dieren of dingen

- Je kunt er een lidwoord voor zetten

- Je kunt er meestal enkelvoud of meervoud van maken

- Je kunt er meestal een verkleinwoord van maken

Noem de zelfstandige naamwoorden in onderstaande zin:

Het eten in de kantine heeft ontzettend lekker gesmaakt.

1. eten, in, ontzettend
2. eten, kantine
3. in, kantine, lekker
4. kantine, ontzettend

Hoeveel zelfstandig naamwoorden zitten er in de volgende zin?



De docent geeft ons uitleg over verschillende woordsoorten.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

LIDWOORDEN

We kennen 3 soorten lidwoorden:

- de 

- het

- een

Lidwoorden staan altijd voor zelfstandig naamwoorden. --> Ze kunnen niet apart voorkomen.

BEPAALD LIDWOORD vs ONBEPAALD LIDWOORD

Bepaald lidwoord --> de/het

Onbepaald lidwoord --> een

Hoeveel lidwoorden zitten er in de volgende zin?

De docent spreekt in het Engels tijdens onze les.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat zijn de bepaalde lidwoorden?

1. de
2. het
3. een

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Tussen een lidwoord en een zelfstandig naamwoord kan een ander woord staan. 

--> Dat is het bijvoeglijk naamwoord.

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

zegt iets over een zelfstandig naamwoord:

De groene auto.

De auto is groen.

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden zitten er in de volgende zin?

Het kleine meisje is verdrietig, omdat haar stomme broertje haar sloeg.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Maak een zin met twee bijvoeglijk naamwoorden

Bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig naamwoord

De bal is rood.

Er zijn veel spellingregels.

Dat is een groot gebouw.

Sandra slaapt.

OPDRACHTEN

Bladzijde 14 & 15: opdrachten 3, 10, 12, 13

Bladzijde 17: opdrachten 3 & 5