Percentages

Percentages
Pak je Ipad en aantekeningenschrift
Login in LessonUp
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Percentages
Pak je Ipad en aantekeningenschrift
Login in LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken 
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken 
  • Opgave samen
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Wat is de modus?
1, 1, 3, 6, 1, 3, 4
timer
0:20
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 3 - Quiz

Wat is de mediaan?
1, 2, 3, 3, 4, 5, 6, 6
timer
0:20
A
3
B
3,5
C
4
D
6

Slide 4 - Quiz

Procenten
Procent -> pro = per, cent = honderd

36% = 

Slide 5 - Diapositive

Procenten
Procent -> pro = per, cent = honderd

36% = 
10036=259

Slide 6 - Diapositive

Aantekening 9.2 procenten
Van percentage naar breuk: percentage wordt teller, 100 wordt noemer


Van breuk naar procent: Maak van de noemer 100, teller wordt percentage
                             

Van procent naar kommagetal: delen door 100

15%=10015=203
254=10016=16%
timer
3:00
34%=0,34

Slide 7 - Diapositive

Schrijf 28% als breuk, vereenvoudig zo ver mogelijk
timer
0:45

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf de breuk als percentage
503
timer
0:45

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf 0,231 als percentage
timer
0:45

Slide 10 - Question ouverte


91 
timer
0:30
A
9%
B
11%
C
19%
D
90%

Slide 11 - Quiz

Schrijf de breuk als percentage
91 

Slide 12 - Diapositive

Schrijf de breuk als percentage
115
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf de breuk als percentage
115

Slide 14 - Diapositive

Bettermarks
  • Ga aan de slag met de opgaven van 9.2
  • Overleg met je buurman/buurvrouw
  • Vragen? Steek je vinger op
timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Ga terug naar LessonUp
Pak ook je aantekeningenschrift

Slide 16 - Diapositive

9.2 Aantal berekenen bij een percentage
Om percentages te berekenen gebruiken we een verhoudingstabel.

Vb: Een stadion is voor 45% gevuld. Er zitten 9360 mensen in het stadion. Bereken hoeveel mensen in het stadion kunnen:


Slide 17 - Diapositive

9.2 Aantal berekenen bij een percentage
Om percentages te berekenen gebruiken we een verhoudingstabel.

Vb: Een stadion is voor 45% gevuld. Er zitten 9360 mensen in het stadion. Bereken hoeveel mensen in het stadion kunnen:


Aantal
%

Slide 18 - Diapositive

9.2 Aantal berekenen bij een percentage
Om percentages te berekenen gebruiken we een verhoudingstabel.

Vb: Een stadion is voor 45% gevuld. Er zitten 9360 mensen in het stadion. Bereken hoeveel mensen in het stadion kunnen:


Aantal
9360
208
20800
%
45
1
100

Slide 19 - Diapositive

Hoeveel is 41% van 611?
Rond af op een heel getal
timer
1:00

Slide 20 - Question ouverte

Peter krijgt €75,- opslag. Dit is gelijk aan een opslag van 2,5% ten opzichte van zijn oude loon.
Bereken hoeveel Peter voor de opslag verdiende.
timer
1:30

Slide 21 - Question ouverte

Opdracht
Peter krijgt €75,- opslag. Dit is gelijk aan een opslag van 2,5% van zijn oude loon. Bereken hoeveel Peter voor de opslag verdiende.

Slide 22 - Diapositive

9.2 Percentage berekenen
16 van de 23 leerlingen in een klas zijn jongens. Bereken het percentage jongens in de klas.

Slide 23 - Diapositive

9.2 Percentages berekenen
16 van de 23 leerlingen in een klas zijn jongens. Bereken het percentage jongens in de klas.
percentage=geheeldeel  100
percentage=2316  100
percentage70%
timer
3:00

Slide 24 - Diapositive

9.2 Aantal berekenen bij een percentage
Om percentages te berekenen gebruiken we een verhoudingstabel.

Vb: Een stadion is voor 45% gevuld. Er zitten 9360 mensen in het stadion. Bereken hoeveel mensen in het stadion kunnen:


Aantal
9360
208
20800
%
45
1
100

Slide 25 - Diapositive

Op een school zitten 843 meiden en 732 jongens. Bereken het percentage meiden op de school.
timer
1:00

Slide 26 - Question ouverte

Zelfstandig werken
  • Ga aan de slag met de opgaven van 9.2
  • Overleg met je buurman/buurvrouw
  • Vragen of klaar? Steek je vinger op 
timer
15:00

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Ga aan de slag met de opgaven van 9.2
  • Overleg met je buurman/buurvrouw
  • Vragen of klaar? Steek je vinger op 
  • Tot het eind van de les

Slide 30 - Diapositive