Grammatica H3.3

Grammatica H3.3 werkwoordspelling 
Doel: Je weet hoe je het voltooid en tegenwoordig deelwoord correct spelt. 

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica H3.3 werkwoordspelling 
Doel: Je weet hoe je het voltooid en tegenwoordig deelwoord correct spelt. 

Slide 1 - Diapositive

*dweilen* Rosalie heeft vanochtend het hele huis ... .

Slide 2 - Question ouverte

Voltooid deelwoord (vd)
Rosalie heeft vanochtend het hele huis gedweild.

  • Zwakke werkwoorden: begint meestal met ge/be, eindigt met t/d.
Hoor je? gebeurde - het is gebeurd 
Twijfel?  zit de  stam van het hele ww (-en) in 't kofschip of 't ex-fokschaap? wel: gebruik -t , bv. pakken - pak - gepakt
niet:  gebruik -d, bv. regenen - regen - geregend 


Slide 3 - Diapositive

vd: sterke werkwoorden
Heeft soms een klinkerwisseling, eindigt vaak op -en
Bijvoorbeeld: 
gezwommen, begonnen, gelezen

Slide 4 - Diapositive

1. geblusd of geblust?
2. verhuisd of verhuist?

Slide 5 - Question ouverte

Antwoord:
geblust, want  blussen - blus: 's' hoort bij 't ex- fokschaap 
verhuisd, want verhuizen - verhuiz: 'z' hoort er niet bij 

Slide 6 - Diapositive

*beloven* 1. Heeft hij jou dat ... ?
*durven* 2. Ik ben trots, want vroeger had ik dit nooit ... .

Slide 7 - Question ouverte

Antwoorden: 
Heeft hij jou dat beloofd
beloven - belov
Ik ben trots, want vroeger had ik dit nooit gedurfd.
durven - durv

Slide 8 - Diapositive

Tegenwoordig deelwoord 
Het hele werkwoord + d: werkend, slapend 
Glimlachend keek ze naar het berichtje van haar vriendin.
  • Wat doet ze terwijl ze naar het berichtje kijkt?

Slide 9 - Diapositive

*twijfelen* 1. ... stapte ze het kantoor van haar baas binnen.
*liften*2. Het lijkt mij gaaf ... de wereld door te reizen.

Slide 10 - Question ouverte

Antwoorden:
Twijfelend stapte ze het kantoor binnen. 
Het lijkt mij gaaf liftend de wereld door te reizen. 

Slide 11 - Diapositive

Tegenwoordig deelwoord of voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord 
bijvoorbeeld: 
een spelend kind
de bestelde artikelen 
de gevangen vis 

Slide 12 - Diapositive

*vergroten* 1. de ... foto hing mooi aan de muur.
*aftreden* 2. de ... minister wil nog wel in de politiek blijven.

Slide 13 - Question ouverte

Antwoorden

De vergrote foto hing aan de muur. 
De afgetreden minister wil nog... . 

Let op: zo kort/simpel mogelijk schrijven (niet vergrootte).

Slide 14 - Diapositive

Liselot (1.) had (2.) beloofd dat ze om uitleg (3.) vraagt als ze iets niet (4.) begrijpt.
- persoonsvorm tegenwoordige tijd ? pv verleden tijd? voltooid deelwoord (vd)? tegenwoordig deelwoord?

Slide 15 - Question ouverte

Huiswerk: oefenen!
Maak de opdrachten van grammatica 3.1, 3.2 en 3.3 in NuNederlands.


Maak en start en bepaal zelf: hoeveel moet je nog oefenen? 

Slide 16 - Diapositive