Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
H11: Erfelijkheid
Slide 1 - Diapositive
Laptop op tafel,
start Lesson-up
Werkboek op tafel
Slide 2 - Diapositive
Plattegrond
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Planning periode 3
Slide 5 - Diapositive
Startopdracht
Leg je werkboek open zodat het huiswerk gecontroleerd kan worden
Zoek in 11.2 en Noteer de betekenis van de woorden: meiose, mitose, bevruchting
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Hoe ontstaan jongens en meisjes?
Vader bepaalt geslacht, want
Vrouwen kunnen alleen X doorgeven
Mannen kunnen X of Y doorgeven
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Meiose/ reductiedeling
= Celdeling waarbij geslachtscellen worden gevormd.
Dit vindt plaats in de geslachtsorganen (zaadballen en eierstokken).
Normale lichaamscel : 46 chromosomen
Geslachtscel : 23 chromosomen
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Meiose
Meiose
ofwel
reductiedeling
Dit gebeurt in de zaadcellen en de eicellen.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Een vrouw geeft 23 chromosomen door via de eicel, de man 23 chromosomen via de zaadcel. Leg uit of de eicel of de zaadcel bepaald welk geslacht de baby krijgt.
Slide 14 - Question ouverte
Waar vindt de meiose plaats bij een vrouw?
A
Baarmoeder
B
Ei-leider
C
Eierstok
D
Vagina
Slide 15 - Quiz
Wat is een ander naam voor meiose?
A
celdeling
B
gewone-celdeling
C
reductie-deling
D
geslachtcel-deling
Slide 16 - Quiz
Mitose
Celdeling van alle gewone lichaamscellen
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Slide 20 - Diapositive
Begrippenlijst 11.2
1. bevruchting
2. meiose
3. reductiedeling
4. mitose
Slide 21 - Diapositive
Aan de slag
1. Maak deze LessonUp van 11.2 les 1, in de klas LessonUp.
2. Maak de volgende leerwerkboek opdrachten van 11.2; opdracht 1 t/m 7
3. Ben je toe aan wat meer uitdaging? Maak dan de Examentraining (blz.139) van je werkboek en kijk deze na.
Slide 22 - Diapositive
De huidcellen worden in het laboratorium gestimuleerd om te delen, zodat de chromosomen kunnen worden onderzocht.
Welk type celdeling vindt plaats bij de huidcellen in het laboratorium?
A
mitose
B
meiose
Slide 23 - Quiz
Wat is geen erfelijke eigenschap?
A
haarkleur
B
huidskleur
C
goed piano kunnen spelen
D
aanleg voor sport
Slide 24 - Quiz
Waardoor wordt je fenotype beinvloed?
A
genotype
B
omgeving
C
jezelf
D
Zowel A, B als C
Slide 25 - Quiz
Wat is de beste omschrijving van chromosomen.
A
erfelijke eigenschappen
B
genen
C
opgerold DNA
D
opgerolde sliertjes in de celkern
Slide 26 - Quiz
Wat is de beste omschrijving van het genoom.
A
Alle genen op je chromosomen samen
B
Al het DNA aanwezig in het lichaam
C
Heel het genotype samen
D
Heel het fenotype samen
Slide 27 - Quiz
Is deze chromosomenkaart van een jongen of een meisje.
A
Jongen
B
Meisje
C
Niet te zeggen
Slide 28 - Quiz
Waar vindt de meiose plaats bij een vrouw?
A
Baarmoeder
B
Ei-leider
C
Eierstok
D
Vagina
Slide 29 - Quiz
Wat is een ander naam voor meiose?
A
celdeling
B
gewone-celdeling
C
reductie-deling
D
geslachtcel-deling
Slide 30 - Quiz
Wat is een ander woord voor mitose?
A
Cel -deling
B
gewone cel-deling
C
reductie-deling
D
verdubbeling
Slide 31 - Quiz
Geeft de afbeelding hiernaast een meiose of mitose weer. Leg je antwoord uit.
Slide 32 - Question ouverte
Bij veel planten gaat de vorming van voortplantingscellen op een vergelijkbare manier als bij de mens.
In de afbeelding hiernaast zie je een deel van zo’n plant waarbij dit het geval is. In de cellen van de bladeren van deze plant zitten 24 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een stuifmeelkorrel van deze plant?
Slide 33 - Question ouverte
Ancilla doet een uitspraak over de vorming van nieuwe cellen.
Zij zegt: Bij deze deling gaan de kopie en origineel van het chromosoom uit elkaar.
Heeft Ancilla het over mitose of over meiose? Leg je antwoord uit.
Slide 34 - Question ouverte
In de afbeelding hierboven zie je hoe bij de reductiedeling uit één speciale cel twee zaadcellen ontstaan.
Jaxx zegt dat beide zaadcellen die ontstaan zijn een verschillend genotype hebben. Heeft hij gelijk? Leg je antwoord uit. [2p]
Slide 35 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor mitose?
A
Cel -deling
B
gewone cel-deling
C
reductie-deling
D
verdubbeling
Slide 36 - Quiz
Geeft de afbeelding hiernaast een meiose of mitose weer. Leg je antwoord uit.