chapitre 7 - 2de LU - écrire deel 1

écrire - chapitre 7 - deel 1
doorloop deze LU in je eentje
als je een slide niet beheerst, doe je die slide nog een keer totdat je het beheerst
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

écrire - chapitre 7 - deel 1
doorloop deze LU in je eentje
als je een slide niet beheerst, doe je die slide nog een keer totdat je het beheerst

Slide 1 - Diapositive

Mardi nous avons mangé une pizza mardi.
  1. In een Franse zin staan de werkwoorden altijd bij elkaar
  2. Het eerste werkwoord is de persoonsvorm
  3. De bepaling van tijd staat aan het begin of aan het einde van de zin
  4. De juiste volgorde van een Franse zin is:
tijdsbepaling onderwerp werkwoorden rest v/d zin tijdsbepaling

Slide 2 - Diapositive



Chaud mardi il fait.
 onderstaande zin klopt niet. Herschijf de zin

Slide 3 - Question ouverte



Nous avons une pizza mangé hier.
 onderstaande zin klopt niet. Herschijf de zin

Slide 4 - Question ouverte



Je vais aujourd'hui jouer à la console avec Jean.
 onderstaande zin klopt niet. Herschijf de zin

Slide 5 - Question ouverte



faire on qu'est-ce qu' va?
 onderstaande zin klopt niet. Herschijf de zin

Slide 6 - Question ouverte



le samedi avez match un vous
 onderstaande zin klopt niet. Herschijf de zin

Slide 7 - Question ouverte



froid fait il. va au cinéma on?
 onderstaande zinnen kloppen niet. Herschijf de 2 zinnen.

Slide 8 - Question ouverte



Qu'est-ce que tu aimes faire?
beantwoord de vraag

Slide 9 - Question ouverte

Qu'est-ce que tu aimes faire?
voorbeelden van mogelijke antwoorden:

J'aime regarder des séries sur Netflix.
J'aime jouer à la console avec mes amis.
J'aime aller au cinéma.
J'aime faire de la natation.
J'aime .........

Slide 10 - Diapositive



Qu'est-ce que tu aimes faire?
Dus, hier komt de vraag nog een keer

Slide 11 - Question ouverte



vraag haar wat zij leuk vindt om te doen
stel onderstaande vraag aan een vriendin

Slide 12 - Question ouverte

vraag wat haar wat zij leuk vindt om te doen
antwoord:

Qu'est-ce que tu aimes faire?

Slide 13 - Diapositive



vraag wat haar wat zij leuk vindt om te doen
dus hier komt de vraag nog een keer

Slide 14 - Question ouverte



Tu fais du sport?
beantwoord de vraag

Slide 15 - Question ouverte

Tu fais du sport?
voorbeelden van mogelijke antwoorden:

Je fais du foot deux fois par semaine.
Je joue au foot trois fois par semaine.
Je ne fais pas de sport.
Je fais du cheval une fois par semaine.

Slide 16 - Diapositive



Tu fais du sport?
Dus, hier komt de vraag nog een keer

Slide 17 - Question ouverte

je hebt nu door 
als het goed is, kun je nu écrire deel 1 correct schrijven

 als je het nog niet beheerst, begin nu deel 1 van écrire  opnieuw 

als je écrire kent en beheerst, check met jouw werkgroep of iedereen het beheerst. Help elkaar, overhoor elkaar en wacht op elkaar om naar de volgende LU te gaan.

Slide 18 - Diapositive