Havo 2 Project 2 Chez le docteur

Havo 2 Project 2 Chez le docteur
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Havo 2 Project 2 Chez le docteur

Slide 1 - Diapositive

Gesprek 2: patient en dokter
De dokter:
- Vraagt of de patiënt ziek is/ergens last van heeft/gezond is.
- Vraagt welke klachten de patiënt heeft.
- Vraagt wat de patiënt doet om in goede gezondheid te blijven.
- Vraagt aan de patiënt wat voor sport(en) hij/zij doet, en hoe vaak per week.
- Vraagt aan de patiënt wat hij/zij eet.
- Vertelt wat er met de patiënt aan de hand is.
- Geeft een advies aan de patiënt
De patiënt:
- Geeft antwoord op de vragen van de dokter.
- Geeft aan welke klachten hij/zij heeft.
- Geeft aan aan welke sport hij/zij doet.
- Geeft aan wat hij/zij eet.
- Vraagt aan de dokter om advies.

Slide 2 - Diapositive

Nodig
- Projectboekje blz 16, 17, 18
- WB blz 157
- Schrift
- Pen
- Je aandacht

Slide 3 - Diapositive

De patient
1 Begroet de dokter
2 Zeg dat je doet aan basketballen.
3 Vertel dat je hoofdpijn, keelpijn en 39 graden koorts hebt. 
4 Vraag of je medicijnen nodig hebt.
5 Bedankt de dokter en zeg gedag.

De dokter
1 Begroet de patient
2 Vraag of de patient gezond is.
3 Vraag waar de patient last van heeft.
4 Geef als advies: rust uit, drink veel thee en eet appels.
5: Geef aan dat de patient medicijnen nodig heeft, 2 keer per week.
6 zeg gedag

Slide 4 - Diapositive

Le docteur
Qu'est-ce que tu as?
Tu es en bonne forme?
Tu as de la fièvre
Repose-toi!
Mange des légumes et des fruits
Prends des médicaments une fois par jour
Neem medicijnen een keer per dag
Je hebt koorts
Ben je in goede vorm?
Wat heb je?
Rust uit!
Eet groente en fruit

Slide 5 - Question de remorquage

Le docteur - Phrases
1 Qu'est-ce que tu as = Wat heb je?
2 Tu es en bonne forme? = Ben je in goede vorm?
3 Tu as de la fièvre = Je hebt koorts.
4 Repose-toi = Rust uit!
5 Mange des légumes et des fruits = eet groente en fruit
6 Prends des médicaments une fois par jour = eet medicijnen 1 keer per dag

Slide 6 - Diapositive

Traduis en français:
Je bent ziek, je hebt griep!

Slide 7 - Question ouverte

Traduis en français:
Je neemt de medicijnen 2 keer per week (par semaine)

Slide 8 - Question ouverte

De patient!

Slide 9 - Diapositive

Le client
J'ai mal à la tête
J'ai mal au ventre
Je pense que je suis malade
je fais du karaté trois fois par semaine
Je mange des légumes pour rester en bonne santé
Ik denk dat ik ziek ben
Ik heb hoofdpijn
Ik doe aan karate 3 keer per week
Ik eet groentes om gezond te blijven
Ik heb buikpijn

Slide 10 - Question de remorquage

le client - phrases
1 J'ai mal à la tête = ik heb hoofdpijn
2 J'ai mal au ventre = ik heb buikpijn
3 Je pense que je suis malade = ik denk dat ik ziek ben
4 Je fais du karaté trois fois par semaine = ik doe aan karate 3 keer per week
5 Je mange des légumes pour rester en bonne santé = ik eet groentes om gezond te blijven

Slide 11 - Diapositive

Traduis en français
1 Ik heb keelpijn
2 Ik heb oorpijn
3 Ik heb rugpijn

Slide 12 - Question ouverte

Traduis en français
Ik kan niet meer lopen.

Slide 13 - Question ouverte

Traduis en français
Ik heb 40 graden koorts (getal uitschrijven)

Slide 14 - Question ouverte