Getallen uitgeschreven met eenheden, tientallen en honderdtallen

Getallen uitgeschreven met eenheden, tientallen en honderdtallen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Getallen uitgeschreven met eenheden, tientallen en honderdtallen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Onder je laatje hangt een getal
Ga op volgorde staan, zonder te praten.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel

Ik kan getallen uitschrijven met eenheden, tientallen, en honderdtallen. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijk

Om getallen uit te schrijven moeten we kijken waar het gelijk aan staat. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel je voor ik heb het getal....
Op de plaats van de honderdtallen hebben we een

Op de plaats van de tientallen hebben we een

Op de plaats van de eenheden hebben we een

Slide 5 - Diapositive

Notitie: Op de plaats van de honderdtallen staat een 2. Dat staat gelijk aan 200.

Op de plaats van de tientallen staat een 4. Dat staat gelijk aan de 40.

Op de plaats van de eenheden staat een 6. Dat staat gelijk aan de 6

200 + 40 + 6
Stel je voor ik heb het getal....
Op de plaats van de honderdtallen hebben we een

Op de plaats van de tientallen hebben we een

Op de plaats van de eenheden hebben we een

Slide 6 - Diapositive

Notitie: Op de plaats van de honderdtallen staat een 2. Dat staat gelijk aan 200.

Op de plaats van de tientallen staat een 4. Dat staat gelijk aan de 40.

Op de plaats van de eenheden staat een 6. Dat staat gelijk aan de 6

200 + 40 + 6
Stel je voor ik heb het getal....
Op de plaats van de honderdtallen hebben we een

Op de plaats van de tientallen hebben we een

Op de plaats van de eenheden hebben we een

Slide 7 - Diapositive

Notitie: Op de plaats van de honderdtallen staat een 2. Dat staat gelijk aan 200.

Op de plaats van de tientallen staat een 4. Dat staat gelijk aan de 40.

Op de plaats van de eenheden staat een 6. Dat staat gelijk aan de 6

200 + 40 + 6
Wat heb je vandaag geleerd!
Een getal schrijf je anders dan dat je het zegt. 


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je vandaag geleerd!
Een getal kun je uitschrijven in honderdtallen, tientallen en eenheden. Je begint altijd vooraan!




500 + 80 + 9 =


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht met je schoudermaatje.

Pak je rode memoblaadje met je getal erop.
Spreek om de beurt het getal uit.
Schrijf daarna samen het getal uit.



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerkingsopdracht
Snappet - rekenen - werkpakketten - opdracht

 Betekenis van getallen tot 50  uitspreken en opschrijven.
Mariam, Fatema, Albert, Omar, Raymundo en Abdallah

Betekenis van getallen tot 100 uitspreken en opschrijven.
Stef, Daniël, Adrian, Kaan, Roshendrik, Liam

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions