Meervouden op -s

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Programma

Terugblik vorige les
Uitleg nieuwe theorie
Aan het werk
Quiz

Terugblik vorige les

Wat hebben we de vorige les gedaan?

Spelling hoofdstuk 4 (blz. 124)

Doel: aan het einde van de les heb je de meervouden die eindigen op -s geleerd.

Meervoud op -s

• Hoe maak je een meervoud op -s?
|> Alleen -s achter het woord zetten.
|> Soms moet je een apostrof voor de -s schrijven. Bij woorden die eindigen op a, o , u, i of y
|> Bij afkortingen maak je het meervoud ook met een apostrof -s ('s)
|> Woorden die eindigen op twee of meer klinkers, zet je alleen -s achter het woord.

Aan het werk..

Spelling hoofdstuk 4 (blz. 151)
Groep 1: opdracht 1 t/m 8
Groep 2 : opdracht 1 t/m 8

Klaar? Lezen

Een zelfstandig naamwoord waarvan het enkelvoud eindigt op een -s hoef je nooit in een -z te veranderen bij meervoud.

1. Waar
2. Niet waar

Meervoud van: rugtas

1. Rugtas
2. Rugtasen
3. Rugtassen
4. Rugtaassen

Meervoud van: kanonschot

1. Kanonschoten
2. Kanonschotten
3. Kanonschooten
4. Kanonschootten

Meervoud van: bacterie

1. Bacterieën
2. Bacteriën
3. Bacterieeën

Meervoud van: bangerik

1. Bangerikken
2. Bangeriken

Meervoud van: knie

1. Knieën
2. Kniën
3. Knieeën

Meervoud van: theorie

1. Theorieën
2. Theoriën
3. Theorieeën
4. Theories