22-02-2023 TH11
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Translate:
Hoe zou jij je slaapkamer beschrijven?
Hoe zou jij je slaapkamer beschrijven?
Slide 2 - Question ouverte
Wij wonen in een flatgebouw in het centrum van de stad.
Slide 3 - Question ouverte
Pardon, hoe kom ik bij de bioscoop?
Slide 4 - Question ouverte
Je gaat de verkeerde kant op.
Slide 5 - Question ouverte
Ga die kant op. Het is tegenover de bibliotheek.
Slide 6 - Question ouverte
Sla linksaf bij de verkeerslichten. Het is naast de bushalte.
Slide 7 - Question ouverte
Neem de tweede straat rechts.
Slide 8 - Question ouverte
This - that - these - those
1 or 2?
over here (hier)
over there (daar)
Enkelvoudone book
Meervoud two books
this
that
these
those
Slide 9 - Question de remorquage
Those
This
This
Those
That
These
Slide 10 - Question de remorquage
Complete the sentences. Choose from:
2 I'm looking for a recipe. Would you look for it in _____ cookbooks here?
1 Look at _____ birds on the roof over there!
3 Could we go to _____building over there?
4 ______ computer here is much slower than the one over there.
this
that
these
those
