4.3 Tweede Wereldoorlog

Een belangrijk verschil tussen het fascisme en het nationaalsocialisme, is dat het nationaalsocialisme...
A
Totalitair is
B
Racistisch is
C
Nationalistisch is
D
Gewelddadig is
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Een belangrijk verschil tussen het fascisme en het nationaalsocialisme, is dat het nationaalsocialisme...
A
Totalitair is
B
Racistisch is
C
Nationalistisch is
D
Gewelddadig is

Slide 1 - Quiz

Wat is geen kenmerk van het nationaalsocialisme?
A
Racistisch
B
Democratisch
C
Totalitaire staat
D
Nationalistisch

Slide 2 - Quiz

Wat is een totalitaire staat?
A
Een staat waarin het leger de baas is
B
Een staat waar je weinig vrijheid hebt en gecontroleerd word
C
Een staat waarin veel politieke partijen zijn
D
Een staat waarin iedereen gelijk is

Slide 3 - Quiz

Wat is een consumptiemaatschappij?
A
Een samenleving waarin mensen zuinig moeten zijn.
B
Een samenleving waarin mensen luxegoederen kunnen kopen.
C
Een samenleving waarin mensen hard moeten werken.
D
Een samenleving waarin iedereen een uitkering krijgt.

Slide 4 - Quiz

Voor wie komt Lenin op?
A
Boeren en arme mensen
B
De Tsaar
C
Niemand
D
Alleen zichzelf

Slide 5 - Quiz

Wat is GEEN eis van Lenin?
A
Grond aan de boeren
B
Geen burgerij aan de macht
C
Sovjets moeten alle macht hebben
D
Verderzetting WOI

Slide 6 - Quiz

Wat is een economische crisis?
A
Als het heel goed gaat met de economie en daardoor veel mensen een baan hebben en rijk zijn.
B
Als het heel slecht gaat met de economie en daardoor veel mensen werkeloos en arm zijn.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Hitler valt aan
1933 Hitler aan de macht
Trok zich niks aan van de Vrede van Versailles
1938 Oostenrijk en daarna Tsjechië (hoopte op steun)
Appeasementpolitiek (GB+FR)
1 augustus 1939 Polen
3 augustus verklaarden GB en FR Duitsland de oorlog

Slide 9 - Diapositive

Start WO II
  • Blitzkrieg: overmacht aan tanks en vliegtuigen zodat ze een snelle overwinning zouden behalen 'verassings aanval'

  • In zes weken tijd veroverde Duitsland de landen Noorwegen, Denemarken, Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk​
  • Dat was Duitsland in WO I in 4 jaar niet gelukt > nu in 6 weken Blitzkrieg 
  • Duitsland viel GB aan met luchtaanvallen, maar dat mislukte. 

Slide 10 - Diapositive

Wat is capitulatie?
→Wat is capituleren? 

A
Duitsland moet groter worden.
B
De Vrede van Versailles moet worden afgeschaft.
C
Dat is als een land zich overgeeft.
D
De oorlog verklaren aan een land.

Slide 11 - Quiz

Aanval op SU
  •  Het Duitse leger valt de Sovjet-Unie in op 22 juni 1941.
  • Operatie Barbarossa, 1941 
  • Rode Leger leed verliezen, maar hield stand in december bij Moskou

Slide 12 - Diapositive

Amerika doet mee
1941: aanval op Pearl Harbour door Japan.
Dit is een directe aanval op de VS.
De VS gaat zich met de Tweede Wereldoorlog bemoeien

Slide 13 - Diapositive

Wie tegen wie?

Geallieerden: Verenigd Koninkrijk, China, de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie,  Canada, Polen, Noorwegen, Frankrijk, België en Nederland.
Asmogendheden: Duitsland, Italië en Japan

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo