Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Paragraaf 3 Tel uit je winst
Programma
Herhaling paragraaf 3.2
Huiswerk maken paragraaf 3.2
Uitleg en maken paragraaf 3.3
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Programma
Herhaling paragraaf 3.2
Huiswerk maken paragraaf 3.2
Uitleg en maken paragraaf 3.3
Slide 1 - Diapositive
Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een product
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen
Slide 2 - Quiz
De bedrijfskolom van een zak chips bestaat uit vijf schakels.
Zet de schakels op de juiste plaats in de bedrijfskolom. Begin bovenaan met het bedrijf uit de agrarische sector.
supermarkt
opkoper aardappelen
aardappelteler
groothandel
chips
fabriek
Slide 3 - Question de remorquage
Bedrijfskolom
Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel
Slide 4 - Question de remorquage
Leerdoelen paragraaf 3
Ik kan de winst of het verlies van een winkelier uitrekenen
Slide 5 - Diapositive
0
Slide 6 - Vidéo
Hoe bereken je dit..
Hoe bereken ik het nettoresultaat?
Omzet
Inkoopwaarde
-
_________________
Brutoresultaat
Bedrijfskosten
-
_________________
Nettoresultaat = Nettowinst of Nettoverlies
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Winst
Hoe maak je winst?
Stel:
Je verkoopt 4 smartphones voor € 150 pst.
De inkoop van de 4 smartphones was € 200
Wat is de winst?
Opbrengsten/Omzet
Kosten
Winst = Opbrengsten - Kosten
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Nettoresultaat
Brutowinst - bedrijfskosten
Omzet = afzet (stukjes x prijs)
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat
Slide 15 - Diapositive
Doel nettowinst
- loon van de ondernemer
- opvangen van verliezen (buffer/reserve voor mindere jaren..)
- investeren (kopen van nieuwe kapitaalgoederen)
Slide 16 - Diapositive
Paragraaf 3 tel uit je winst
Leerdoelen
Ik kan de winst van een bedrijf berekenen
Slide 17 - Diapositive
huiswerk
maken paragraaf 3.3 en rekentrainer paragraaf 3.3
Slide 18 - Diapositive
Een fietsenmaker verkoopt 20 elektrische fietsen van € 1200,- per stuk. De inkoop is € 850,- per fiets. De bedrijfskosten zijn € 2000,- .
Wat is de nettowinst?
En per fiets?
Slide 19 - Diapositive
UItwerking
Omzet = 20 x € 1200,= € 24.000,-
Inkoop = 20 x € 850,- =
€ 17.000,
-
Brutowinst = € 7.000,-
Bedrijfskosten =
€ 2.000,-
Nettowinst = € 5.000,-
Per fiets € 5000,- : 20 = € € 250,-
Slide 20 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Paragraaf 3 Tel uit je winst
Juillet 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
2BK paragraaf 4 hoofdstuk 3
Novembre 2018
- Leçon avec
16 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
2B paragraaf 4 hoofdstuk 3
Novembre 2018
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Paragraaf 3 Kijk op cijfers
Juillet 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Economie: tel uit je winst. 3.3
Décembre 2020
- Leçon avec
12 diapositives
Middelbare school
Paragraaf 2 Tel uit je winst
Octobre 2019
- Leçon avec
13 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Paragraaf 2 Tel uit je winst
Juillet 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Paragraaf 2 Tel uit je winst
Janvier 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2