Herhaling §1.1 §1.2 §1.3 Weer en Klimaat

Basisstof Hoofdstuk 1
WEER en KLIMAAT
§ 1.1 / § 1.2 / § 1.3
HERHALING 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Basisstof Hoofdstuk 1
WEER en KLIMAAT
§ 1.1 / § 1.2 / § 1.3
HERHALING 

Slide 1 - Diapositive

Welke vijf weerselementen bepalen het weer?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is geen neerslag?
A
Mist
B
Hagel
C
Natte sneeuw
D
IJzel

Slide 3 - Quiz

De neerslag die ontstaan bij een depressie noemen we ..... neerslag
A
stijgingsneerslag
B
frontale neerslag
C
stuwingsneerslag

Slide 4 - Quiz

Een gebergte werkt als klimaatscheiding. Dat geldt voor de temperatuur, maar ook voor de neerslag.
Aan ....zijde stijgt de lucht op en ontstaat ....neerslag.
A
lij-, stijgings-
B
lij-, stuwings-
C
loef-, stijgings-
D
loef-, stuwings-

Slide 5 - Quiz

Hoe heet deze
soort neerslag
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Frontale neerslag

Slide 6 - Quiz

Bij frontale neerslag
A
Botsen warme en koude luchtstromen tegen elkaar
B
Wordt de neerslag door bergen omhoog gestuwd
C
Stijgt warme lucht op
D
Moeten je ruitenwissers extra hard werken

Slide 7 - Quiz

In de tropen regent het erg vaak. Dit komt door.....?
A
Stuwingsregens
B
Stijgingsregens
C
Loefzijde
D
Frontale regens

Slide 8 - Quiz

In een hogedrukgebied valt veel neerslag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Welke elementen van de weerkaart kan ik op deze foto herkennen?

Slide 10 - Question ouverte

Welke kenmerken horen bij een
hoge drukgebied?

Slide 11 - Carte mentale

Welke kenmerken horen bij een
lage drukgebied?

Slide 12 - Carte mentale

Op welke manier wordt windkracht gemeten?
A
Celsius
B
Beaufort
C
Buys Ballot
D
Barometer

Slide 13 - Quiz

Welk woord beschrijft de motor van de waterkringloop?
A
water
B
zon
C
tijd
D
bodem

Slide 14 - Quiz

Wind krijgt op het zuidelijk halfrond een afwijking naar.....?

Slide 15 - Question ouverte

Noem 5 hoofdklimaten

Slide 16 - Question ouverte

Welk klimaat behoort tot de hoofdklimaat 'Tropisch klimaat'?
A
Middellands Zeeklimaat
B
Toendra klimaat
C
Steppe klimaat
D
Savanne klimaat

Slide 17 - Quiz

Welk klimaat behoort tot de hoofdklimaat 'Droog klimaat'?
A
Landklimaat
B
Toendra klimaat
C
Woestijn klimaat
D
Savanne klimaat

Slide 18 - Quiz

Welk klimaat behoort tot de hoofdklimaat 'Landklimaat'?
A
Landklimaat
B
Toendra klimaat
C
Woestijn klimaat
D
Savanne klimaat

Slide 19 - Quiz

Het hooggebergte klimaat....
A
Komt alleen op de evenaar voor
B
Is herkenbaar aan een heuvelachtig landschap
C
Kan overal op de wereld op een bergtop voorkomen
D
Komt niet in Europa voor

Slide 20 - Quiz

In welk land komt het toendraklimaat voor?
A
Canada
B
Frankrijk
C
China
D
Indonesië

Slide 21 - Quiz

Wat doen zeestromen?
A
Voeren koude lucht aan
B
Transporteren warme lucht
C
Voeren koud en warm water aan
D
Transporteren koud water

Slide 22 - Quiz

Hoe hoger je komt hoe.....

Slide 23 - Question ouverte

Het landklimaat kom je tegen in....?
A
Duitsland
B
Rusland
C
Nederland
D
Zweden

Slide 24 - Quiz

Welk klimaat?
Altijd onder de 0º graden
Geen/nauwelijks plantengroei

Slide 25 - Question ouverte

welke factoren zijn belangrijk om klimaten te kunnen bepalen?

Slide 26 - Question ouverte

Welke 3 broeikasgassen zijn er?

Slide 27 - Carte mentale

Co2 is een broeikasgas
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Co2 is een andere naam voor:
A
koolstofdioxide
B
methaangas
C
waterdamp
D
lachgas

Slide 29 - Quiz

Welk gas is methaan?
A
CO2
B
H2
C
CH4
D
O2

Slide 30 - Quiz

Welk gas is geen broeikasgas?
A
CO2 (Koolstofdioxide)
B
H2 (Waterstof)
C
CH4 (Methaan)
D
O2 (Zuurstof)

Slide 31 - Quiz

Wat is de ecologische voetafdruk?

Slide 32 - Carte mentale

Wat zijn de drie gevolgen van een versterkt broeikaseffect?

Slide 33 - Question ouverte

Waardoor ontstaan er teveel broeikasgassen?

Slide 34 - Carte mentale

Wat betekent 'duurzaam consumeren'?

Slide 35 - Question ouverte