Schrijven, alinea's en opbouw

Examentraining NEDERLANDS
Voorbereiding op examen NED schrijven 2F
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Examentraining NEDERLANDS
Voorbereiding op examen NED schrijven 2F

Slide 1 - Diapositive

Schrijven 2F
Samenhang
Je brengt op eenvoudige wijze samenhang aan in jouw tekst. Dit doe je door middel van een eenvoudige opbouw (inleiding-kern-slot) en veelvoorkomende voeg- en verwijswoorden (zoals want, maar, omdat, die, dat, jouw). Je mag nog enkele fouten met deze woordsoorten maken.
Spelling, interpunctie en grammatica
Je hebt een redelijke beheersing van de spelling, interpunctie en grammatica. Dit laat je zien door meestal correcte zinconstructies (zinsbouw) toe te passen. Je werkwoordsvormen zijn over het algemeen correct, maar je mag nog fouten maken in weinig voorkomende onregelmatige werkwoorden (zoals raden). Je verbuigt overige woordsoorten (zoals groot/grote) meestal correct. Je beheerst spelling en interpunctie redelijk: spelfouten komen nog voor bij moeilijke spellingsregels, maar tasten het begrip van de tekst niet aan. Je gebruikt de meest gangbare leestekens correct. 
Afstemming op doel
Je werkt de opdrachten adequaat uit, zodat je jouw schrijfdoel bereikt (informeren, amuseren, activeren, overtuigen).
Leesbaarheid
Je gebruikt, indien nodig, een titel / aanhef, witregels en tekstkopjes. 
Afstemming op publiek
Je past je woordgebruik en toon aan het publiek aan. 
Woordenschat en woordgebruik
Je hebt een redelijk goede woordenschat. Dit laat je zien door te variëren in woordgebruik. Je gebruikt veelvoorkomende voorzetsels (zoals voor, achter, boven, door) vrijwel altijd correct. 
Waar word je op beoordeeld?

Slide 2 - Diapositive

Functie inleiding (1)
  • Inleiding is allereerst bedoeld om de aandacht te trekken, daarnaast:
  • om het onderwerp te benoemen
  • om de aanleiding te geven (waarom is deze tekst geschreven)
  • om de centrale vraag te stellen, die later beantwoord wordt

Slide 3 - Diapositive

Functies inleiding (2)
  • Inleiding is allereerst bedoeld om de aandacht te trekken, daarnaast:
  • om een mening te geven, die later beargumenteerd wordt (bij een betoog)  
  • om alvast een samenvatting van de inhoud te geven
  • om een persoon/personen te introduceren

Slide 4 - Diapositive

Opbouw alinea
  • Een alinea bestaat uit 2 delen: de kernzin en de uitwerking van de kernzin
  • In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.
  • Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen.
    Uitleg, toelichting of voorbeeld.
  • Een kernzin is vaak de eerste, tweede of de laatste zin van de alinea. Soms is het ook een andere zin.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Kernzinnen vinden
  1. Bedenk wat is het (deel)onderwerp van de alinea / het tekstgedeelte.

  2. Bedenk wat de schrijver eigenlijk wil vertellen over het (deel)onderwerp.

  3. Lees de eerste, tweede en laatste zin van de alinea.

  4. Bedenk welke zin het beste past bij je antwoorden op vraag 1 en 2.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Functies slot
  • Slot kan verschillende functies hebben:
  • een conclusie of samenvatting geven
  • een advies of waarschuwing geven
  • een toekomstverwachting uitspreken

Te herkennen aan signaalwoorden: dus, kortom, kort gezegd, al met al, hieruit blijkt, concluderend, tot slot........

Slide 9 - Diapositive

Opdracht: 
Schrijf een verslag waarin je een typische werkdag beschrijft van een verzorgende in een zorginstelling. Gebruik je verbeelding om een realistisch beeld te schetsen van de verschillende aspecten van het werk. Denk hierbij aan:

Ochtendroutine: Beschrijf hoe de dag begint, inclusief het klaarmaken van de benodigde materialen en het plannen van de taken voor de dag.
Cliëntenzorg: Vertel over de interacties met cliënten, zoals het helpen met persoonlijke verzorging, het toedienen van medicatie, en het bieden van emotionele ondersteuning.
Samenwerking: Leg uit hoe je samenwerkt met collega's en andere zorgprofessionals om de beste zorg te bieden.
Uitdagingen: Bespreek enkele uitdagingen die je tegenkomt en hoe je deze oplost.

Het doel  van je verslag is om de functie van verzorgende te promoten.

Slide 10 - Diapositive

Evaluatie:
Wat vind je nog moeilijk?

Slide 11 - Question ouverte

Evaluatie:
Wat ging er goed?

Slide 12 - Question ouverte