Check bevolking en ruimte H 2
1 / 19
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Stel je maakt een toetsvraag: Denk dan aan VIA . Wat betekent dat?
Slide 2 - Question ouverte
Op welke plek in het demografisch transitiemodel horen deze bevolkingspiramides?
Slide 3 - Question de remorquage
De pyramides horen alle vier bij Nederland. Sleep het juiste jaartal naar de bevolkingsgrafiek.
1950
1980
2010
2040
Slide 4 - Question de remorquage
Wat houdt het in als het geboortecijfer 15 ‰ is?
Slide 5 - Question ouverte
sterftecijfer is 8 ‰
aantal inwoners is 18.000.000
Hoeveel mensen zijn er dit jaar gestorven (absoluut) rekenmachine mag
aantal inwoners is 18.000.000
Hoeveel mensen zijn er dit jaar gestorven (absoluut) rekenmachine mag
Slide 6 - Question ouverte
vergrijzing
jonge bevolking
Slide 7 - Question de remorquage
Sociale ongelijkheid gaat over
A
Afkomst
B
Inkomen
C
Leefbaarheid
Slide 8 - Quiz
Wat betekent Hukou?
A
Een soort paspoort: registreert geboorte ivm basisvoorzieningen
B
Dat je maar 1 kind mag krijgen
C
Dat je alleen mag verhuizen naar het binnenland
D
Dat je ergens anders gaat wonen dan waar je bent geboren
Slide 9 - Quiz
De ....................... is de maximale afstand die een klant wil afleggen om bij een voorziening te komen. Het hele gebied binnen deze afstand waarvandaan klanten naar de voorziening komen, heet het ........................ . De opkomst van het online winkelen draagt eraan bij dat veel traditionele winkels hun ....................... niet meer halen en moeten sluiten.
Sleep het juiste begrip naar de juiste locatie
Drempelwaarde
Reikwijdte
Verzorgingsgebied
Slide 10 - Question de remorquage
Leg de juiste tekst op de juiste plek op de kaart
We hebben last van krimp maar er is nog wel 1 grote groeikern vlakbij.
Er is veel leegstand in de winkelstraten. Ook woningen staan lang te koop.
In dit gebied zie je dat de groei uit de grote steden naar de omliggende gemeentes trekt.
Slide 11 - Question de remorquage
Waarmee is het Duitse Ruhrgebied in het verleden groot geworden?
A
Door kantoren & diensten
B
Door mijnbouw & industrie
C
Door ICT
D
Door toerisme
Slide 12 - Quiz
Tot 1960
1960-1980
Vanaf 1980
Re-urbanisatie
Urbanisatie
Suburbanisatie
Slide 13 - Question de remorquage
Stad
Agglomeratie
Stedelijk gebied
Suburbanisatie
Slide 14 - Question de remorquage
Concentrisch groeimodel
Sector-groeimodel
meerkernen-groeimodel
Slide 15 - Question de remorquage
Shanghai .......
A
is de hoofstad
B
is een megastad
C
is een wereldstad
Slide 16 - Quiz
Hoe heet het zakelijke centrum van Shanghai?
A
Hutong
B
Pudong
C
Hotdog
D
Gated community
Slide 17 - Quiz
In China is de bevolking ongelijk verspreid.
Waar wonen de meeste mensen?
Waar wonen de meeste mensen?
A
Noord
B
Zuid
C
Oost
D
West
Slide 18 - Quiz
Het westen van China is dichter bevolkt dan het oosten van China
A
Juist
B
Onjuist
