LV - Les 3 - §3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Les 3

Goedemorgen

Doel van de les

Je kunt tekstsoort, - doel en -vorm 

herkennen.

Lesindeling

• Bespreken huiswerk
• Uitleg
• Start huiswerk (de rest doe je thuis)

Wat heb je voorbereid

• Maak opdracht 1 en 3b/c
  
• Lees de tekst 'De vloek van de wereldverbeteraars'
  
• Maak opdracht 10-14
  
• Zoek de betekenis van de moeilijke woorden (blz. 37) en schijf deze op.
  
• Zet het woord in een zin (dit is een andere zin dan uit het boek).

vr. 1a Wat is de hoofdgedachte van Frans Bauer?

vr. 3c: Noem je hoofdgedachte en twee deelvragen bij lettervermicelli

wereldverbeteraars

vr. 10 Onderwerp tekst: De vloek van de wereldverbeteraars

Vraag 11:
Waarom vinden we deze morele weigeraars vaak irritant en betweterig? (twee redenen)

vr. 14: Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Noteer een zin met het woord 'paradox'

Lees blz. 58 (handboek)

Tekstsoorten

1. Verhalende teksten
   
2. Informerende/feitelijke teksten
3. Waarderende teksten 

Tekstsoorten & doelen

Verhalende teksten

Doel:

• Vermaken
• Persoonlijke ervaring delen

Tekstsoorten & doelen

Informerende / feitelijke teksten

Doel:

• beschrijven / ordenen
• instructie geven
• informeren / uitleggen
• activeren / verzoeken

Tekstsoorten & doelen

Waarderende teksten

Doel:

• overtuigen
• beoordelen / reageren
• gezichtspunten onderzoeken

Informeren

Activeren

Amuseren

Wat is een voorbeeld van een tekstsoort die tot doel heeft om te overtuigen?

1. Beschouwende teksten
2. Informatieve teksten
3. Activerende teksten
4. Betogende teksten

Amuseren

Activeren

Overtuigen

Informeren

Opiniëren

Amuseren

activeren

Overtuigen

je vermaken

Proberen iemand iets te laten doen of juist niet

Een betoog is

1. objectief
2. subjectief

Een beschouwing is

1. objectief
2. subjectief

Welke tekstvorm heeft als doel
instrueren

1. recept
2. sollicitatie
3. recensie
4. verkiezingsposter

Welke tekstvorm is een voorbeeld van
een rapport

1. dagboek
2. anekdote
3. notulen
4. pamflet

Welke tekstvorm heeft als doel
instrueren

1. recept
2. sollicitatie
3. recensie
4. verkiezingsposter

1. Beschouwing
2. Vertelling
3. Respons
4. Procedure

1. Vertelling
2. Verslag
3. Beschouwing
4. Betoog

1. Uiteenzetting
2. Verhaal
3. Verzoek / oproep
4. Verklaring

Huiswerk

• Je maakt opdr. 1-3 en 12-17 (blz. 38-41 werkboek)
• Betekenis van de woorden op blz. 39 + een zin, waaruit blijkt dat je de betekenis snapt.

Heb je het lesdoel van vandaag behaald?

😒🙁😐🙂😃

Welke twee dingen heb je
geleerd in deze les?

Op deze vraag heb ik nog
antwoord nodig.