In werkelijkheid is het BBP/hoofd in veel ontwikkelingslanden veel groter dan de getallen vaak laten zien. Dit komt NIET omdat ...
A
de formele sector zo groot is
B
de informele sector zo groot is
C
er veel ruilhandel is
D
er veel zelfvoorziening is
1 / 31
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
In werkelijkheid is het BBP/hoofd in veel ontwikkelingslanden veel groter dan de getallen vaak laten zien. Dit komt NIET omdat ...
A
de formele sector zo groot is
B
de informele sector zo groot is
C
er veel ruilhandel is
D
er veel zelfvoorziening is
Slide 1 - Quiz
Dit diagram past het best bij
A
België
B
Polen
C
Nieuw Zeeland
D
Ethiopië
Slide 2 - Quiz
Wat is geen onderdeel van de Human Development Index (VN-ontwikkelingsindex)?
A
leeftijdsopbouw
B
analfabetisme
C
inkomen
D
levensverwachting
Slide 3 - Quiz
Tot welke groep binnen het wereldsysteem behoort een land als China?
A
centrum
B
semiperiferie
C
periferie
Slide 4 - Quiz
Bevolkingsspreiding is
A
het gemiddeld aantal inwoners per km2
B
De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is
C
hoeveelheid mensen per gebied
Slide 5 - Quiz
De bevolkingsspreiding wordt o.a. verklaard m.b.v. natuurlijke factoren. Wat is GEEN natuurlijke factor?
A
klimaat
B
vruchtbare bodem
C
beschikbaarheid water
D
relatieve ligging
Slide 6 - Quiz
Wanneer je de ongelijkheid binnen een land zichtbaar wil maken, kun je het best gebruik maken van ...
A
Human Development
Index (HDI)
B
het BBP/hoofd
C
Bruto Regionaal Product /hoofd
D
Alfabetiseringsgraad
Slide 7 - Quiz
Als gevolg van een koloniaal verleden zie je in die landen vaak dat steden
A
vooral in de binnenlanden liggen
B
vooral langs de kust liggen
C
vooral heel groot zijn
Slide 8 - Quiz
Wat zijn de twee belangrijkste cultuurelementen op grond waarvan cultuurgebieden worden ingedeeld?
A
taal en sport
B
mode en sport
C
religie en mode
D
taal en religie
Slide 9 - Quiz
Het verspreiden van cultuurelementen heet diffusie
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Diffusie vindt plaats dankzij verschillende factoren. Welke zal in de moderne tijd een minder grote rol spelen?
A
kolonialisme
B
toerisme
C
migratie
D
ict technologie
Slide 11 - Quiz
Het democratisch gehalte ligt het laagst in het werelddeel ...
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Zuid-Amerika
D
Azië
Slide 12 - Quiz
Welke van de volgende factoren heeft geen aandeel in het democratisch gehalte van een land
A
alfabetisering
B
naleving mensenrechten
C
bestrijding corruptie
D
de kwaliteit van het rechtssysteem
Slide 13 - Quiz
Twee beweringen: 1. Sinds de val van de muur is het democratisch gehalte afgenomen 2. Binnen Latijns-Amerika ligt het economisch zwaartepunt vooral in Brazilië
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 2 is juist,
1 onjuist
Slide 14 - Quiz
Twee beweringen: 1. Landen met een hoge welvaart hebben een lager urbanisatietempo dan landen met lage welvaart 2. De kwaliteit van het onderwijs zorgt voor een stijging van het geboortecijfer
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 2 is juist,
1 onjuist
Slide 15 - Quiz
Twee beweringen: 1. In centrumlanden werkt men vooral in de financiële en zakelijke dienstverlening 2. Het exportpakket van ontwikkelingslanden bestaat vooral uit grondstoffen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 2 is juist,
1 onjuist
Slide 16 - Quiz
Als je vooral afhankelijk bent van grondstoffen ben je kwetsbaar. Welk antwoord past hier NIET bij?
A
de prijzen van eindproducten stijgen snel
B
bij handelsgewassen is er de dreiging van een misoogst
C
de prijzen van grondstoffen stijgen minder snel
D
de prijzen van grond-stoffen schommelen erg op de wereldmarkt
Slide 17 - Quiz
De natuurlijke bevolkingsgroei wordt bepaald door
A
geboorte en sterfte
B
immigratie en emigratie
C
geboorte, sterfte en migratie
Slide 18 - Quiz
De natuurlijke bevolkingsgroei is het grootst in ...
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Zuid-Amerika
D
Afrika
Slide 19 - Quiz
Twee beweringen: 1. In perifere landen is vaak sprake van een geboorteoverschot
2. In centrum landen is er altijd sprake van een sterfteoverschot
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 2 is juist,
1 onjuist
Slide 20 - Quiz
Wat is een demografische reden voor een hoog geboortecijfer?
A
het geloof wijst geboortebeperking af
B
armoede: kind nodig als oudedagsvoorziening en arbeidskracht
C
cultuur: groot gezin geeft veel aanzien
D
jonge leeftijdsopbouw met veel vrouwen in de vruchtbare leeftijd
Slide 21 - Quiz
Twee beweringen: 1. In Nederland is vooral sprake van groene druk 2. In ontwikkelde landen neemt de grijze druk steeds meer toe
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 2 is juist,
1 onjuist
Slide 22 - Quiz
Bij welke fase van het demografisch transitiemodel horen hoge geboorte- en sterftecijfers?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 23 - Quiz
Bij welke fase van het demografisch transitiemodel begint het geboortecijfer te dalen?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 24 - Quiz
Aan het eind van welke fase van het demografisch transitiemodel is het geboorteoverschot het grootst?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 25 - Quiz
Bij welke fase van het demografisch transitiemodel hoort een leeftijdsdiagram in de vorm van een piramide?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 26 - Quiz
Twee beweringen: 1. In Nederland is de verstedelijkingsgraad hoog 2. In Nederland is sprake van een hoog verstedelijkingstempo
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 2 is juist,
1 onjuist
Slide 27 - Quiz
Wat is GEEN reden voor de sterke groei van de steden in perifere landen?
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
uitbreiding steden
D
natuurlijke bevolkingsgroei
Slide 28 - Quiz
Welk antwoord past NIET bij de theorie van Ullman?
A
complementariteit
B
uitwisselbaarheid
C
transporteerbaarheid
D
geen tussenliggende mogelijkheden
Slide 29 - Quiz
Wat is de beste indicator om iets te zeggen over het ontwikkelingsniveau van een land?
A
HDI
B
verdeling beroepsbevolking
C
inkomen (BBP) per hoofd
D
levensverwachting
Slide 30 - Quiz
Wat is de beste economische indicator om iets te zeggen over de welvaart in een land?