G3 Economie 1,1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, vwo
• Leerjaar 3

G3 Economie 1,2

woensdag 18 september 2024

Wat is Prinsjesdag?

Prinsjesdag

-3de dinsdag van september

-Troonrede voorgelezen door de koning

-Minister van Financiën brengt het koffertje

-In het koffertje zit de miljoenennota

-In de miljoenennota staan de belangrijkste financiële plannen voor het nieuwe jaar (2025).

Opdracht

-In groepjes van 4

-Pak de miljoenennota van 2025 erbij 

-Wat valt jullie op als je kijkt naar de begroting van 2024 ten opzichte van 2025?

-Waar moet van jullie meer geld naar toe en WAAROM?

-Noteer dit op papier!

Wat weten jullie nog?

-Wat zijn behoeften?

-Wat is consumeren?

-Wat is het verschil tussen goederen en diensten?

Alternatief aanwendbaar

-Middelen kun je op verschillende manieren inzetten om je behoeften te voorzien.

Voorbeeld: Grond kun je gebruiken om gewassen op te verbouwen, maar ook om huizen op te bouwen.

Begroting

-Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven over een bepaalde periode.

-Nederland heeft een Rijksbegroting voor elk jaar.

Wat is bezuinigen?

-Minder geld uitgeven dan er binnenkomt.

-Geld overhouden, kun je zien als sparen.

Gaat Nederland bezuinigen als we kijken naar de Rijksbegroting?

Budget

-De hoeveelheid geld waarmee je in een bepaalde periode kunt beschikken.

-Denk bijvoorbeeld aan zakgeld elke maand, dit is ook een bepaald budget.

Wat is jullie budget per maand?

Huishoudelijke uitgaven

-Dit zijn dagelijkse uitgaven

-Boodschappen

-Persoonlijke uitgaven

Incidentele uitgaven

-Grote uitgaven die je niet zo vaak doet en waarvoor het verstandig is om geld te reserveren.

-Grote uitgaven

-Uitgaven doe je niet zo vaak

Inkomen

-Geld dat je ontvangt 

-Er zijn 3 soorten inkomens:

-Inkomen uit arbeid

-Inkomen uit bezit

-Overdrachtsinkomen

Primair inkomen

-Dit is inkomen uit arbeid (werken) en bezit.

Een bouwvakker verdient loon, omdat hij huizen bouwt.

Secundair inkomen

-Dit het primaire inkomen + het overdrachtsinkomen samen - de belastingen.

-Overdrachtsinkomen is inkomen waarvoor je geen tegenprestatie hoeft te leveren.

Denk aan een WW-Uitkering 

Sparen

-Als je gaat sparen zorg je ervoor dat je op een later moment in de toekomst ook geld hebt. 

-Dit betekent dat je geld opzij zet voor later.

-Sparen jullie al?

Wat zijn redenen om te gaan sparen?

Vaste lasten

-Dit zijn uitgaven die je met een bepaalde regelmaat betaalt.

-Deze uitgaven zijn vaak opgenomen in een bepaald contract.

-Deze uitgaven worden ook wel kosten genoemd.

Aan het werk

-Starten met de opgaven van hoofdstuk 1,2

-Bladzijde 18 van het boek.