Hoofdstuk 4.4 Nettokracht B3 les 4

H4: Krachten
Benodigheden
- Boek
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de telefoontas

Welkom Basis 3!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de opdrachten 4.3. 




Jas in de gang
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H4: Krachten
Benodigheden
- Boek
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de telefoontas

Welkom Basis 3!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de opdrachten 4.3. 




Jas in de gang

Slide 1 - Diapositive

Practicum
Welkom Kader-3 
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 3 - Diapositive

H4: Krachten
Introductie
  • 4.1 Soorten krachten
  • § 4.2 Krachten tekenen
  • § 4.3 Zwaartekracht
  • § 4.4 Nettokracht
  • § 4.5 Hefbomen
  • § 4.6 Druk

Slide 4 - Diapositive

Lesprogramma
  1. Huiswerk-controle
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 5 - Diapositive

Huiswerkcontrole
Maak opdracht: van paragraaf 4.3 Zwaartekracht:
 opdracht 5 t/m 15

Slide 6 - Diapositive

Terugblik
  1. Je kunt uitleggen wat zwaartekracht is.
  2. Je kunt de zwaartekracht berekenen die op een voorwerp werkt.
  3. Je kunt krachten meten met een krachtmeter of veerunster.

Slide 7 - Diapositive

Je kan een kracht tekenen als een pijl
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Je kunt een kracht tekenen als een pijl. Wat geeft de lengte van de pijl aan?
A
de krachtenschaal
B
hoe groot de kracht is
C
de richting van de kracht
D
plaats waar de kracht wordt uitgeoefend

Slide 9 - Quiz

KRACHTEN TEKENEN WE ALS
A
EEN STREEP
B
EEN PUNT
C
EEN PIJL
D
EEN VIERKANT

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen 4.4 Nettokracht
  1. Je kunt bij evenwicht beschrijven aan welke voorwaarden de krachten moeten voldoen.
  2. Je kunt bij evenwicht de bijbehorende krachten benoemen.
  3. Je kunt de nettokracht berekenen van krachten die werken op één voorwerp.

Slide 11 - Diapositive

4.4 Nettokracht
Twee teams doen aan touwtrekken. 
Beide teams trekken met veel kracht aan het touw. 
Toch beweegt het touw niet. 
Er is sprake van een evenwicht: links en rechts wordt even hard getrokken.

Slide 12 - Diapositive

Twee krachten in evenwicht
In fig 1 zie je een zak groenten die aan een krachtmeter hangt. 
Op de zak werken twee krachten: 
de zwaartekracht en de veerkracht.
De zwaartekracht (Fz) werkt naar beneden, 
de veerkracht (Fv) omhoog.
In deze situatie houden de krachten elkaar in evenwicht.
Daardoor gebeurt er niets: 
de zak beweegt niet omhoog en ook niet omlaag.
Zwaartekracht en veerkracht.

Slide 13 - Diapositive

Twee krachten in evenwicht
Ook in deze situatie zijn er twee krachten die evenwicht
maken: de zwaartekracht (Fz) en de spankracht (Fs). 

De spankracht ontstaat doordat het touw wordt uitgerekt.
Je kunt dat vergelijken met de manier waarop 
de veerkracht ontstaat.
Zwaartekracht en spankracht.

Slide 14 - Diapositive

Twee krachten in evenwicht
Er is nog een andere kracht die vaak evenwicht maakt
met de zwaartekracht. 
In fig 3 zie je een voorbeeld: een fruitschaal die op een tafel staat. 
Het tafelblad wordt door de schaal een heel klein beetje
ingedrukt.
Daardoor ontstaat een kracht die recht omhoog werkt: 
de normaalkracht (Fn). 
De normaalkracht maakt evenwicht met de zwaartekracht
zodat de schaal niet naar beneden val
Zwaartekracht en spankracht.

Slide 15 - Diapositive

De nettokracht bij evenwicht
Er zijn steeds twee krachten die evenwicht maken. 
Daarvoor moet aan drie voorwaarden zijn voldaan:
  • 1. De krachten zijn even groot.
  • 2. De krachten liggen op dezelfde lijn (in elkaars verlengde).
  • 3. De krachten hebben een tegengestelde richting.
  • Als krachten evenwicht maken, lijkt het alsof er geen kracht op het voorwerp werkt. 
  • Je zegt in dat geval dat de nettokracht op het voorwerp 0 N is. 
  • De nettokracht is de optelsom van alle krachten samen.

Slide 16 - Diapositive

Rekenen met de nettokracht
Om de nettokracht op een voorwerp te vinden, pas je twee regels toe:

  • Krachten in dezelfde richting tel je bij elkaar op.

  • Krachten in tegengestelde richting trek je van elkaar af.

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 2
Je ziet twee krachten die op een verhuisdoos werken.
Kracht 1 (F1) is 15 N en kracht 2 (F2) is 25 N.
Bereken de nettokracht op de doos.
 Hoe groot is de nettokracht op de doos?
  • Uitwerking
  • De krachten werken in tegengestelde richting. 
  • Je moet ze dus van elkaar aftrekken.
  • nettokracht = kracht 2 − kracht 1
  • nettokracht = 25 N − 15 N = 10 N

Slide 18 - Diapositive

Samenvatting
Als twee krachten evenwicht maken, dan moet aan drie voorwaarden zijn voldaan:
• De krachten zijn even groot.
• De krachten liggen op dezelfde lijn (in elkaars verlengde).
• De krachten hebben een tegengestelde richting.
Als krachten evenwicht maken, dan is de nettokracht op het voorwerp 0 N.
De nettokracht is de optelsom van alle krachten samen.



Slide 19 - Diapositive

Samenvatting
Om de nettokracht op een voorwerp te vinden, pas je twee regels toe:
• Krachten in dezelfde richting tel je bij elkaar op.
• Krachten in tegengestelde richting trek je van elkaar af.



Slide 20 - Diapositive

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 4.4 nettokracht:
 opdracht 1 t/m 8

Je mag samenwerken!

timer
15:00

Slide 21 - Diapositive

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 22 - Carte mentale

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 23 - Carte mentale

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt bij evenwicht beschrijven aan welke voorwaarden de krachten moeten voldoen.
  2. Je kunt bij evenwicht de bijbehorende krachten benoemen.
  3. Je kunt de nettokracht berekenen van krachten die werken op één voorwerp.

Slide 24 - Diapositive

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
  • Zet in je planner!!
  • Maak opdracht: van paragraaf 4.4 nettokracht: opdracht 1 t/m 8

Dank voor jullie aandacht!

Slide 27 - Diapositive

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage