2.1: over de grens

2.1: over de grens
  • Ik kan de begrippen import en export in mijn eigen woorden uitleggen
  • Ik kan uitleggen waarom bedrijven producten naar het buitenland exporteren
  • Ik kan uitleggen waarom bedrijven producten uit andere landen importeren
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

2.1: over de grens
  • Ik kan de begrippen import en export in mijn eigen woorden uitleggen
  • Ik kan uitleggen waarom bedrijven producten naar het buitenland exporteren
  • Ik kan uitleggen waarom bedrijven producten uit andere landen importeren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke landen handelt Nederland veel?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Export
Export is het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland:
  • Producten
  • Transport van producten
  • Aanleggen van havens en dijken 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Import
Import is het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Hier zijn verschillende redenen voor:
  • producten in het buitenland kunnen soms goedkoper geproduceerd worden
  • producten in het buitenland kunnen een betere kwaliteit hebben
  • grondstoffen nodig voor productie komen niet voor in ons land
  • consumenten willen meer keuze hebben 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is import?
A
Het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland
B
Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland
C
Het kopen van goederen uit het buitenland
D
Het verkopen van goederen aan het buitenland

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom importeren we goederen?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Handel
Internationale handel is als bedrijven goederen uit een ander land kopen/verkopen:
  • Een open economie is een economie die veel in- en uitvoert
  • Een gesloten economie voert weinig in en uit

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blooket

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt nu antwoord geven:
* Wat is import?
* Wat is export?
* Waarom importeren we goederen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan het werk
Wat?
Lezen: blz 46,47 en 48
Maken: tot en met vraag 6
Hoe?
Zo veel mogelijk alleen of met fluisterstem
Hoe lang?
20 minuten
Klaar?
Je mag kiezen:
- Keuze opdracht
- Herhaling of verdieping maken
- 2.1 verder lezen (nog niet maken)
Nog niet klaar?
Dan is H2.1 t.m. vraag 6 huiswerk voor 21 april  (Vrijdag)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.1: over de grens deel 2
  • Ik kan uitleggen waarom de handel met het buitenland voor Nederland zo belangrijk is. 
  • Ik kan rekenen met miljoenen en miljarden. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Internationale handel

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Handel
Internationale handel is als bedrijven goederen uit een ander land kopen/verkopen:
  • Een open economie is een economie die veel in- en uitvoert
  • Een gesloten economie voert weinig in en uit

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met grote getallen

Als het over de economie van een land gaat, krijg je vaak te maken met grote getallen. 

Als je met miljoenen en miljarden moet rekenen, kun je het beste de miljarden eerst omrekenen naar miljoenen. 
1 miljard = 1000 mijoen

Voorbeeld 1: 

Vorig jaar mocht de minister € 17,6 miljard uitgeven. Dit jaar € 160 miljoen minder. Hoeveel mag de minister dit jaar uitgeven? 

17,6 miljard = 17.600 miljoen 
17.600 mijoen - 160 mijoen = 17.440 miljoen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan het werk
Wat?
Lezen: blz 49,50 en 51
Maken: tot en met vraag 12
Hoe?
Zo veel mogelijk alleen of met fluisterstem
Hoe lang?
20 minuten
Klaar?
Je mag kiezen:
- Keuze opdracht
- Herhaling of verdieping maken
Nog niet klaar?
Dan is H2.1 t.m. vraag 12 huiswerk voor 24 april  (Dinsdag)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

tot 2.18