7.3 - Eenheden

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom!

7.3 - Eenheden

Wat gaan we doen?

• Theorie A: Eenheden van gewicht
• Theorie B: Eenheden van lengte
• Theorie C: Eenheden van oppervlakte
• Theorie D: Eenheden van inhoud
• Samen oefenen
  
• Zelfstandig aan het werk

Wat moet je kennen/ kunnen?

• Weten wat de eenheden van gewicht zijn en hoe je deze omrekent. 
• Weten wat de eenheden van lengte zijn en hoe je deze omrekent. 
• Weten wat de eenheden van oppervlakte zijn en hoe je deze omrekent. 
• Weten wat de eenheden van inhoud zijn en hoe je deze omrekent. 

Als je aan het fietsen bent dan meet je de afstand in

1. kilometers
2. liters
3. grammen
4. km/uur

Als je geboren wordt meten ze je lengte in

1. cm
2. m
3. km
4. dm

de oppervlakte van je slaapkamer meet je in

1. liters
2. m​2​​
3. km
4. cm​2​​

km/uur en m/s zijn eenheden van

1. tijd
2. gewicht
3. snelheid
4. inhoud

gewicht, lengte en oppervlakte zijn

1. eenheden
2. grootheden

A: eenheden van gewicht

Pak je boek erbij op bladzijde 167 en beantwoord de volgende vragen:

Zet de eenheden van gewicht van groot naar klein.

kg

g

ton

7,5kg=...mg

1. 7500
2. 7.500.000
3. 0,075
4. 0,000 007 5

500kg=...ton

1. 500.000
2. 500
3. 0,5
4. 50

B: eenheden van lengte

Pak je boek erbij op bladzijde 168 en beantwoord de volgende vragen:

Zet de eenheden van lengte van groot naar klein.

m

cm

hm

dam

mm

km

dm

55 m = ... hm

1. 0,55
2. 5,50
3. 550
4. 5500

23.000 dm = ... km

1. 0,23
2. 2,3
3. 23
4. 230

25 dm = ... mm

1. 0,25
2. 2,5
3. 2500
4. 250

C: eenheden van opppervlakte

Pak je boek erbij op bladzijde 169 en beantwoord de volgende vragen:

Zet de eenheden van oppervlakte van groot naar klein.

dm²

km²

hm²

dam²

mm²

m²

cm²

are

ca

ha

8,5m​2​​=...cm​2​​

1. 850
2. 8 500
3. 85 000
4. 850 000

3,4km​2​​=...are

1. 3 400
2. 34 000
3. 340 000
4. 3 400 000

7.400.000mm​2​​=...m​2​​

1. 0,74
2. 7,4
3. 74
4. 740

400m​2​​=...ha

1. 0,04
2. 0,4
3. 4
4. 40

D: eenheden van inhoud

Pak je boek erbij op bladzijde 170 en beantwoord de volgende vragen:

Zet de eenheden van inhoud op de juiste plaats.

L

mL

dm³

cm³

cL

m³

dL

cc

1,23 liter = ... ml

1. 1,23
2. 12,3
3. 123
4. 1.230

0,5m​3​​=...liter

1. 5.000
2. 500
3. 500.000
4. 5.000.000

Huiswerk!

• Maken + nakijken =  bladzijde 167 (=vraag 23 t/m 42)