8.3 Balansmethode

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

8.3 De balans

Je leert vergelijkingen oplossen met de balans.

Mag dit korter:
p = 23 - 2 x u + 5 x u

1. Ja
2. Nee

Schrijf korter:
p = 23 - 2 x u + 5 x u

Kan dit korter?
w = 3 x s + 5 x t - 23

1. Ja
2. Nee

Kan dit korter:
r = 3 x s - 19 + 4 x s

1. Ja
2. Nee

Schrijf korter:
r = 3 x s - 19 + 4 x s

Maak een pijlenketting en omgekeerde pijlenketting bij deze formule:
a = 9 x (b + 4)

Als je op de plek van a '108' invult, wat is b dan? Gebruik de omgekeerde pijlenketting

Maak een pijlenketting en omgekeerde pijlenketting bij deze vergelijking en los de vergelijking op.
12 = (s + 6) : 9

Wat is jouw/jullie antwoord op 'd' en 'e'?

Teken eerst en zoek daarna het antwoord:
Op de linkerkant van de weegschaal liggen 5 zakjes met a knikkers en 5 losse knikkers. Op de rechterkant liggen 45 knikkers. Wat is a?

1. 4.5
2. 8
3. 9
4. 11

- Teken een balans

- Op de linkerkant liggen 5 zakjes met a knikkers en 13 losse knikkers

- Op de rechterkant liggen 2 zakjes met a knikkers en 40 knikkers

- Wat is a/hoeveel knikkers zitten in 1 zakje?  

a = .....

Samen doen 18

Maken 15-26, 18 samen

Nakijken t/m 14

Maken U3 en U4 (blz. 55)

Check door docent bij bureau

Maken 25-28

Nakijken t/m 24

Wat hebben we tot nu toe gedaan dit hoofdstuk?

Wat is moeilijk?

Schrijf in je schrift op!

8.1 moeilijk? Maak E1 (blz. 72)

8.2 moeilijk? Maak E3 (blz. 73)

8.3 moeilijk? Maak E4 (blz. 73)