Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdletters en leestekens

Slide 1 - Diapositive

Het belang van leestekens

Slide 2 - Diapositive

Lees de tekst.

Slide 3 - Diapositive

Waarom leestekens en hoofdletters?




    hoofdletters en leestekens maken een tekst makkelijker om te lezen je weet waar een zin begint en eindigt hierdoor begrijp je de tekst ook beter

    Hoofdletters en leestekens maken een tekst makkelijker om te lezen. Je weet waar een zin begint en eindigt. Hierdoor begrijp je de tekst ook beter.

    Slide 4 - Diapositive

    Noem een leesteken dat je kent met een bijbehorende regel (wanneer gebruik je dit leesteken?).

    Slide 5 - Question ouverte

    Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
    A
    Namen van winkels
    B
    Familienamen
    C
    Namen van maanden
    D
    Namen van musea

    Slide 6 - Quiz

    Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
    A
    Namen van feestdagen
    B
    Namen van jaargetijden
    C
    Namen van personen
    D
    Namen van bedrijven

    Slide 7 - Quiz

    Een komma zet je ...
    A
    tussen twee persoonsvormen
    B
    tussen twee verbindingswoorden
    C
    tussen twee moeilijke woorden
    D
    tussen delen van een opsomming

    Slide 8 - Quiz

    Wat klopt hier niet?

    Slide 9 - Question ouverte

    Wat staat er nu en wat zou er eigenlijk moeten staan?

    Slide 10 - Carte mentale

    Slide 11 - Carte mentale

    Neem de zin over en plaats waar nodig hoofdletters en leestekens:
    in december en januari was het steeds erg koud in nederland

    Slide 12 - Question ouverte

    Neem de zin over en plaats waar nodig hoofdletters en leestekens:
    wij volgen de vakken engels wiskunde nederlands en aardrijkskunde

    Slide 13 - Question ouverte

    Zet de leestekens en hoofdletters op de juiste plek.

    wiskunde vind ik makkelijk maar ik had onvoldoende

    Slide 14 - Question ouverte

    Plaats op de juiste plek in dit citaat de hoofdletter(s) en leestekens:
    de fietser riep kun je niet uitkijken

    Slide 15 - Question ouverte

    Neem het citaat over en plaats de benodigde leestekens.
    Waar woon jij dan vroeg peter

    Slide 16 - Question ouverte