paragraaf 2.2 + 2.3 (steden)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Arm en rijk

Paragraaf 1.1

Paragraaf 2.2 

De groei en opbouw van steden

Steden

Lesplanning

11.35 -11.40 Welkom

11.40 -11.43 Leerdoelen en planning + aantekenblad

11.45 - 12.04 Lezing paragraaf 2.2 en 2.3 megasteden

12.04 -12.07 Instructie opdrachten maken + aan

Leerdoelen

Paragraaf 2.2

Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Je begrijpt het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen.

Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.

 Paragraaf 2.3

Je weet hoe een westerse en een niet-westerse stad is opgebouwd.

Je begrijpt dat verstedelijking steeds vaker plaatsvindt in de randzone van de stad.

Je kunt met een kaart of model de opbouw van een Amerikaanse stad beschrijven.

Uitleg 2.2

Noem twee kenmerken voor de 

gunstige ligging van de steden 

Arnhem en Nijmegen

Wat is een stedelijk netwerk?

Herhaling par. 2.1

Primate cities

Een primate city (Engels voor voornaamste stad) is een stad die qua inwoneraantal en economische, politieke en culturele significantie veel groter is dan alle andere steden in het land of de regio.

Een stad die vele malen groter 

en belangrijker is dan de tweede

stad in een land

Primate cities

Een primate city (Engels voor voornaamste stad) is een stad die qua inwoneraantal en economische, politieke en culturele significantie veel groter is dan alle andere steden in het land of de regio.

• Megastad
  
• Wereldstad
  
• Hoofdstad

Drie soorten grote steden, wat is het verschil ook alweer?

Megastad

Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners

• Geen belangrijk economisch,
  

     politiek of cultureel centrum

     op wereldniveau

Lagos, Nigeria

Manila, Filippijnen (24 miljoen)

Wereldstad

Stad met veel inwoners én veel invloed op de wereld

• Belangrijk economisch, politiek of cultureel centrum op   wereldniveau

New York

Tokyo

Hoofdstad

Stad waar meestal de regering van een land gevestigd is*

• De hoofdstad is binnen een land vaak de grootste stad, 

     maar niet altijd

New York

Whasington DC

Dat zie je in de VS aan:

- dat meerdere grote steden verspreid over het land liggen

- Het stedelijk patroon van de VS kun je omschrijven als een stedelijk netwerk.

Waarom liggen steden waar ze liggen?

Kenmerken van het gebied (absolute ligging) zoals: 

- vlakke vruchtbare gebieden

- kruispunten handelswegen

(langs rivieren, aan de kust)

-vindplaats grondstoffen

 

Kenmerken ten opzichte van andere plaatsen (relatieve ligging), zoals:

 

- bijvoorbeeld midden in het land of juist aan de kust

- goede verbindingen met andere steden

 

De Industriële Revolutie was het 

moment waarop steden in rijke 

landen het hardst zijn gegroeid

• Rijke landen zijn verstedelijkt

Vanaf 1960 nam de welvaart toe

• Gezinnen zochten ruimte
• Suburbanisatie (suburbs)

De groei van steden

Hoe zit het tegenwoordig met het verstedelijkingstempo?

De steden in rijke landen zijn gegroeid vanaf de 

Industriële Revolutie (1750-1900)

• Rond het centrum kwamen fabrieken 

• Mensen trokken naar de stad voor werk en een beter leven 

De groei van steden (rijk)

Hoe heet de trek van mensen van het platteland naar de stad?

Was er in deze periode sprake van een hoog of laag verstedelijkingstempo in rijke landen?

Planning

In rijke landen zorgt het 

stadsbestuur voor een 

goede stadsplanning.

Er is ook genoeg geld voor 

infrastructuur, zoals: straten, 

riolering en leidingen.

De groei van steden

Hoe zit het tegenwoordig met het verstedelijkingstempo?

Suburbanisatie: verstedelijking van het platteland rond de centrale stad

In opkomende landen waar 

steden snel groeien, ontstaan 

ongeplande krottenwijken

Wat voor een stad is Kolkata?

 

Groei van steden (arm)

Megastad

Wereldstad

Hoofdstad

Kolkata heeft een geschat inwoneraantal tussen de 14-20 miljoen inwoners

Kenmerken: Steden in arme landen

- Eén of meer zakencentra. Het CBD gaat steeds meer lijken op het zakencentrum in de rijke landen, met hoogbouw en glanzende kantoren.

- Verspreid liggende industrieterreinen, soms nog vlak bij het centrum.

- Woonwijken van de rijken met villa’s achter hoge hekken.

- Krottenwijken overal waar nog plaats is, vaak waar rijkere mensen niet willen wonen. Het is er te gevaarlijk (steile hellingen, vlak langs een spoorlijn), het stinkt er (bij een fabriek of vuilnisbelt) of het ligt te ver van het centrum. Hier aan de rand van de stad liggen de jongste krottenwijken, de oudere zijn intussen opgenomen in de stad, opgeknapt en eerder volksbuurten dan sloppenwijken.