Industriële Revolutie les 1

Industriële Revolutie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Industriële Revolutie

Slide 1 - Diapositive

Ontstaan Industriële Revolutie
  • In Engeland nieuwe uitvindingen waardoor de landbouw beter loopt. -> groei in bevolking -> meer vraag naar kleren dan klerenmakers bij kunnen houden
  • Uitvinding van 'machines' om dit proces te versnellen

Slide 2 - Diapositive


Schietspoel
1733



  • Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
  • De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
  • De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.



Slide 3 - Diapositive


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 4 - Diapositive


Cotton Gin
1793



  • Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
  • Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor"). 
  • Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...




Slide 5 - Diapositive


Stoommachine
rond 1764 




  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 6 - Diapositive

Fabrieken
  • Doordat deze grote machines niet in huis paste ontstonden in de steden fabrieken waar er wel genoeg plek voor ze was. 
  • -> einde huisnijverheid & begin industriële samenleving

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

De Sociale Kwestie
  • Fabrieken hadden altijd meer mensen nodig
  • Er ontstond urbanisatie in de samenleving doordat men massaal werk ging zoeken in de fabrieken in de stad.
  • Steden als Manchester gingen in 40 jaar van 35.000 naar 350.000 inwoners.

Slide 9 - Diapositive

De Sociale Kwestie
  • De leef- en werkomstandigheden in deze steden verslechterde elke dag. 
  • Werkomstandigheden: Kinderarbeid, lange uren, lage lonen, gevaarlijk werk, geen verzekering
  • Leefomstandigheden: Geen schoon water, geen riolering, weinig leefruimte, uitbraken van ziektes

Slide 10 - Diapositive

Waardoor gebeurde de industriële revolutie?

Slide 11 - Question ouverte

Urbanisatie
A
Mensen verhuizen naar platteland
B
Mensen verhuizen naar steden
C
Mensen verhuizen naar fabrieken
D
Mensen verhuizen naar boerderijen

Slide 12 - Quiz

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 13 - Quiz

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Sociale Kwestie
  • In de politiek begon men zich af te vragen of er niet voor deze arbeiders opgekomen moest worden en zo ja, hoe?
  • Dit noemen wij de sociale kwestie
  • Politieke stromingen hadden verschillende ideeën hierover:

Slide 16 - Diapositive

Politieke opvattingen Sociale Kwestie

  • Liberalen: de overheid moet zich niet bezig houden met de levens van haar burgers. Ze moeten hun problemen zelf oplossen.
  • Socialisten: De overheid moet zich zo veel mogelijk bezig houden met de levens van haar burgers en er alles aan doen om de sociale kwestie op te lossen.
  • Confessionelen: zolang de christelijke arbeiders maar geholpen worden is alles goed.

Slide 17 - Diapositive

Verbeteringen
  • Er worden vakbonden opgericht waarin arbeiders zich kunnen verenigen.
  • Er komen wetten waardoor omstandigheden beter worden:
  • Kinderwetje van van Houten (1874) 
  • Invoering algemeen stemrecht 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Aan de slag!
Opdrachten 5, t/m 8 + 11 t/m 13
blz. 16 en 17 in je werkboek.

Slide 20 - Diapositive