§1 - Wat is politiek?

                  §1 - Wat is politiek?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

                  §1 - Wat is politiek?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Politiek

Slide 4 - Carte mentale

Kabinet Schoof
Regering = Koning + ministers

Kabinet = Ministers + staatssecretarissen


Wat zie je op het plaatje?

Slide 5 - Diapositive

Aan welke verkiezingen mag je deelnemen als Nederlands burger?
A
gemeente, 1e kamer, 2e kamer, Europees parlement
B
1e kamer, 2e kamer, Europees parlement, provincie
C
gemeente, provincie, 1e kamer, 2e kamer
D
gemeente, provincie, 2e kamer, Europees parlement

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Wat is politiek?
Politiek = het besturen van een gemeente, provincie, land of Europa.

Slide 8 - Diapositive

Welke verkiezingen vind je het belangrijkst voor Nederlandse burgers?
Gemeenteraadsverkiezingen
Provinciale Statenverkiezingen
Tweede Kamerverkiezingen
Verkiezingen voor Europees Parlement

Slide 9 - Sondage

Wij kunnen gaan stemmen voor:
  • Gemeentelijk niveau: gemeenteraad
  • Provinciaal niveau: Provinciale Staten
  • Landelijk niveau: Tweede kamer
  • Europees niveau: Europees Parlement
Voor de gemeenteraad, de Provinciale Staten en de Tweede Kamer gaan wij 1 keer in de 4 jaar stemmen. 

MAAR: voor het Europees Parlement stemmen wij 1 keer per 5 jaar.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Wat doet een politicus?
Hij komt op voor het algemeen belang: zaken waar (bijna) de hele samenleving voordeel van heeft. 


Kun je hier voorbeelden bij bedenken?


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Directe en indirecte democratie - I
Democratie = het volk heeft invloed op de politieke besluiten. 

Democratie kan je in twee vormen verdelen, namelijk: directe- en indirecte democratie.
  
1. Directe democratie = Alle inwoners mogen zelf stemmen over een nieuwe wet of een lastig politiek probleem
• Referendum = volksstemming over een belangrijk onderwerp.


Slide 17 - Diapositive

Directe en indirecte democratie - II
2. Indirecte democratie = burgers kiezen politici, die namens ons het land besturen (volksvertegenwoordigers).


Nederland is een indirecte democratie.

Slide 18 - Diapositive

Directe en indirecte democratie - III
Wij kiezen volksvertegenwoordigers die namens ons het land besturen
  • Tweede Kamerleden
  • Gemeenteraadsleden
  • Leden van de Provinciale staten: zij kiezen weer de leden van de Eerste Kamer (getrapte verkiezingen)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo