THEMA 4 VERVOER - LES 1: START

ENGELS
THEMA 1
IK ONDERWEG
LES 1
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
StudielessenPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ENGELS
THEMA 1
IK ONDERWEG
LES 1

Slide 1 - Diapositive

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik...
  • enkele vervoermiddelen in het Engels opschrijven.
  • enkele vervoermiddelen in het Engels opnoemen.
  • de woorden van de woordblokken bij opdracht 3 en 4 goed nazeggen.
  • navertellen wat er (in het Engels) gezegd is over de praatplaat.
  • zinnen schrijven bij de praatplaat.

Slide 3 - Diapositive

Inhoud van de les
Inleiding
Voorkennis activeren
Instructie / Theorie
Opdrachten
Begrippen van deze les
Exit ticket

Slide 4 - Diapositive

Inleiding
We gaan verder waar we gebleven zijn: bij de start
van thema 1: Ik onderweg

Om een begin te maken, maak je eerst opdracht 1
bladzijde 117 in je boek. Je krijgt hiervoor 2,5 minuut.
 

Ben je eerder klaar, dan schrijf je de woorden die je in het Nederlands hebt genoteerd ook in het Engels op. 
Je mag de vertaling op Google Translate zoeken.

timer
3:30

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat weet je nog van
de vorige les?
Denk aan de werkbladen!

Slide 8 - Carte mentale

Vertaal naar het Nederlands:

van
A
caravan
B
busje
C
schoolbus
D
vrachtwagen

Slide 9 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands:

truck
A
auto
B
tractor
C
bus
D
vrachtwagen

Slide 10 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands:

aeroplane
A
helikopter
B
vliegtuig
C
cruiseschip
D
trein

Slide 11 - Quiz

Vertaal naar het Engels:
auto

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
trein

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
ambulance

Slide 14 - Question ouverte

timer
5:00
Voertuigen
(in het Engels)
In the water
(in het water)
On the cycle path
(Op het fietspad)
In the air
(In de lucht)
On the road
(Op de weg)

Slide 15 - Diapositive

Instructie 
Werk in tweetallen.
Je krijgt zo een afbeelding te zien die te maken heeft met Thema Vervoer.

Bedenk zoveel mogelijk Engelse zinnen bij deze afbeelding en schrijf deze zinnen op.
Je krijgt hiervoor 10 minuten de tijd.


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

BEGRIPPEN VAN DEZE LES
have
car 
drive
driver
passenger
fast
dreams
by car
travel
by public
  transport
take
underground
summer
by bike
need
minutes
police

Slide 18 - Diapositive

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 19 - Diapositive

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 20 - Sondage

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive