2.2 - 2.3 Negatieve getallen en optellen en aftrekken met negatieve getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

● Leerdoelen bespreken

● Terugblik: ..............

● Uitleg: ..............

● Zelfstandig werken

● Leerdoel behaald?

Welkom bij wiskunde

bij

bij

TELEFOON thuis of 

in de kluis.

LAPTOP in je tas.

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

>

Beginpagina met timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.

Leerdoelen

H2 Rekenen

2.1 Bewerkingen

2.2 Negatieve getallen

2.3 Optellen en aftrekken met negatieve getallen

2.4 Vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen

2.5 Breuken

2.6 Breuken vermenigvuldigen

2.7 Negatieve breuken 

Je kunt de tekens <, > en = gebruiken

Je kunt optellen en aftrekken met negatieve getallen 

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Leerdoelencheck

Leerdoelencheck

Blz 34

Blz 42

Leerdoelen: 

• Je weet wat som, verschil, product en quotiënt betekent
• Je kunt de rekenvolgorde toepassen

Blz 85: L1 en L2

1 punt per vraag, voor L2 d) 2 punten 

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Leerdoelencheck uitwerking

Blz 34

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Blz 34

Leerdoelencheck uitwerking

4

28

-

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Blz 34

Leerdoelencheck uitwerking

4

28

-

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Blz 34

Leerdoelencheck uitwerking

4

28

-

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Blz 34

Leerdoelencheck uitwerking

4

28

-

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Blz 34

Nieuwe theorie

>

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Is groter dan 

3 is kleiner dan 5

Leerdoelencheck

Waar of niet waar?

Blz 34

8 > 3         Waar
3 < 8         Waar
-5 < 10      Waar
-4 > -2      Niet waar

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Waar of niet waar?

Blz 34

8 > 3         Waar
3 < 8         Waar
-5 < 10      Waar
-4 > -2      Niet waar

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Waar of niet waar?

Blz 34

8 > 3         Waar
3 < 8         Waar
-5 < 10      Waar
-4 > -2      Niet waar

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Waar of niet waar?

Blz 34

8 > 3         Waar
3 < 8         Waar
-5 < 10      Waar
-4 > -2     Niet waar

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Leerdoelencheck

Waar of niet waar?

Blz 34

8 > 3         Waar
3 < 8         Waar
-5 < 10      Waar
-4 > -2      Niet waar

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Groter dan en kleiner dan

Welk getal is kleiner -2 of 4 ?

Groter dan en kleiner dan

Welk getal is groter -2 of -4 ?

-4

Optellen en aftrekken

Opdracht:

1. Het vriest 6 graden en het gaat nog 6 graden celsius harder vriezen, welke temperatuur is het dan?  
2. Welke rekensom hoort daarbij?
   
3. Het vriest 4 graden celsius en het wordt 8 graden warmer, hoeveel graden celsius is het dan? Welke rekensom hoort hierbij?

Optellen en aftrekken

Opdracht:

1. Het vriest 6 graden en het gaat nog 6 graden celsius harder vriezen, welke temperatuur is het dan?  
2. Welke rekensom hoort daarbij?      -6 - 6 = -12
   
3. Het vriest 4 graden celsius en het wordt 8 graden warmer, hoeveel graden celsius is het dan? Welke rekensom hoort hierbij?

Optellen en aftrekken

Opdracht:

1. Het vriest 6 graden en het gaat nog 6 graden celsius harder vriezen, welke temperatuur is het dan?  
2. Welke rekensom hoort daarbij?      -6 - 6 = -12
   
3. Het vriest 4 graden celsius en het wordt 8 graden warmer, hoeveel graden celsius is het dan? 
4. Welke rekensom hoort hierbij?

Optellen en aftrekken

Opdracht:

1. Het vriest 6 graden en het gaat nog 6 graden celsius harder vriezen, welke temperatuur is het dan?  
2. Welke rekensom hoort daarbij?      -6 - 6 = -12
   
3. Het vriest 4 graden celsius en het wordt 8 graden warmer, hoeveel graden celsius is het dan? 
4. Welke rekensom hoort hierbij? -4 + 8 = 4

Leerdoelencheck

Optellen en aftrekken

Blz 34

a.    9 - 5  = ?

b.   -4 + 3  = ?

c.    -6 - 2  = ?

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Huiswerk

Schrijf in je agenda:

Maken: 

Blz 90: 21, 22, 25, 26, 27

Blz 92: 30, L3, L4

Blz 96: 37, 38, 39

Nakijken:

Alles wat je gemaakt hebt.  In SOM bij leermiddelen

Achter de les

Leerdoelen behaald?

H2 Rekenen

2.1 Bewerkingen

2.2 Negatieve getallen

2.3 Optellen en aftrekken met negatieve getallen

2.4 Vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen

2.5 Breuken

2.6 Breuken vermenigvuldigen

2.7 Negatieve breuken 

Je kunt de tekens <, > en = gebruiken

Je kunt optellen en aftrekken met negatieve getallen 

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.