Paragraaf 3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Klimaat en begroeiing

Paragraaf 3

Weet je nog?

In het vorige hoofdstuk leerden we over natuurlandschappen.

Welk landschap ergens voorkomt, hangt af van het klimaat.

Veel regen en warm? Regenwoud.

Nooit warmer dan 10 graden? Toendra.

Waar in Europa kan je palmbomen verwachten?

Europa heeft drie luchtstreken:

- Subtropen

- Gematigde zone

- Poolstreken

En daarbij hoort verschillende begroeiing.

We weten al: de zee heeft veel invloed op ons land.

Daarom hebben we een zeeklimaat. Koele zomers, zachte winters.

In Italië heeft de zee ook invloed, maar het ligt in een andere luchtstreek: de subtropen.

We noemen het dus net iets anders: Middellandse Zeeklimaat.

Middellandse Zee: het hele jaar iets warmer, en in de zomer een droge periode.

We weten ook dat sommige landen niet de invloed van zee hebben. 's Zomers warmer, 's winters kouder.

Dat noemen we een landklimaat.

Welk klimaat hoort bij deze grafiek?

1. Zeeklimaat
2. Middellandse Zeeklimaat
3. Landklimaat
4. Droog klimaat

Europa heeft ook twee koude klimaten:

- Toendraklimaat, helemaal in het noorden

- Hooggebergteklimaat, in de bergen

Dus, op een rijtje:

Zeeklimaat: gematigde temperatuur, hele jaar neerslag

Middellandse Zeeklimaat: warmer, droge zomers

Landklimaat: koude winters, warme zomers

Droog klimaat: hele jaar geen/weinig neerslag

Toendraklimaat: temperatuur nooit boven de 10 graden

Hooggebergteklimaat: altijd koud, veel neerslag (sneeuw)

Aan de slag

Ik zet de vorige slide zo direct terug, zodat je die kan gebruiken bij de opdrachten.

Maken: paragraaf 6.3, opdrachten 1 t/m 5, 8, 11

Ik laat de vergadering open staan voor vragen.