Les 2 - Afwijkende ontlastingspatronen

Afwijkende Ontlastingspatronen 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Afwijkende Ontlastingspatronen 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk bespreken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les:
Aan het einde van de les kan de student benoemen:
- Wat een normale ontlastingspatroon is,
- Waaraan ze ontlasting kunnen herkennen wat afwijkend is,
- Wat een goede voedingstoestand is

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klein stukje herhaling

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is rumineren?
A
braken
B
zuurbranden
C
opbraken en herkauwen
D
terug stromen van maaginhoud naar de slokdarm

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is regurgitatie?
A
Braken
B
Het terugvloeien van maaginhoud naar de slokdarm
C
Voedsel wat in de buik komt
D
Maaginhoud wat in de buik komt door een scheur in de maagwand

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is reflux?
A
Het terugstromen van maaginhoud naar de slokdarm en de mond.
B
Het terugstromen van de darminhoud naar de slokdarm en de mond
C
Explosief braken
D
Projectiel braken

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan herken je projectiel braken ?
A
de kracht waarmee de maaginhoud naar buiten komt
B
de kleur van de maaginhoud
C
de samenstelling, nl veel half verteerd voedsel

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor verslikken?
A
transpiratie
B
aspiratie
C
inspiratie

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere benaming voor het spijsverteringsstelsel?
A
Ileus
B
Tractus digestivus
C
Nervus vagus
D
Peristaltiek

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als verzorgende observeer je de spijsvertering.
Waar let je specifiek op?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslikken
Bij verslikken treedt een hoestreflex op wanneer er voedsel of drinken in de luchtpijp komt.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Braken & Braaksel
Braken (vomeren; het braken, vomitus, emesis) gebeurt onder invloed van prikkels uit het braakcentrum in de hersenstam. 

Braken heeft in principe een beschermende functie; verwijderen van schadelijke stoffen uit de maag en darm. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Activeren braakcentrum
1.  Virus of bacteriële infectie
2. Gifstoffen (alcohol)
3. Chemotherapie of andere medicatie
4. Bestraling
5. Prikkeling evenwichtsorganen
6. Hormonen (zwangerschap)
7. Drukverhoging in het brein.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de observatiepunten bij braken?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Rood braaksel betekent?
A
Bloeding in de slokdarm
B
Bloeding in de maag
C
Alle antwoorden zijn juist
D
Kleur braaksel na het eten van rode bietjes

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruinzwart braaksel betekent?
A
Braaksel bij gebruik van zwarte koffie
B
Alle antwoorden zijn juist
C
Braaksel bij gebruik van Norit
D
Bloed dat door maagsap is verteerd

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het braaksel ruikt naar feces. Wat is eraan de hand?
A
Zorgvrager heeft de handen niet gewassen
B
Ontsteking in de mond
C
De maag verteert de voeding onvoldoende
D
Darmafsluiting

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij het observeren van de ontlasting (feces) let je op:

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ie een normale hoeveelheid ontlasting die iemand produceert?
A
200 gram
B
300 gram
C
500 gram
D
50 gram

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent observeren op consistentie bij feces?
A
Frequentie
B
Kleur
C
Vorm en vastheid
D
Geur

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bristol ontlastingsschaal

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleur 
- bruin 
- zwart 
- stopverfkleurig 
- helderrood
- kleur van de voeding ​





Slide 23 - Diapositive

Zwarte ontlasting: wordt veroorzaakt bij gebruik van ijzerpreparaten of gebruik van norit. ​
Ook bloedontlasting (melaena) is zwart van kleur en duidt op een bloeding in het maag-darmkanaal. Bij grote bloedingen ontstaat er een volumeuze hoeveelheid met een weeïge geur.​
Ontkleurde ontlasting (grauw-wit van kleur). Dit komt voor bij een afvloedbelemmering van de gal naar de darmen en soms voor korte tijd bij een leverontsteking. ​
Vetontlasting of steatorroe= grijzig, brijachtige-volumonieus en vettig om te zien. Bij verteringsstoornisen (afwijkingen alvleeskier of darmen) ​
Slijm bij de ontlasting = t.g.v. overactiviteit van slijmklieren. (ziekte of stoornis dikke darm, of prikkelbaardarmsyndroom)​
Diarree = meerdere malen per dag, weke , brijachtige of waterige ontlasting ​
Obstipatie = minder frequente productie van feces dan normaal, vaak harde knobbelige ontlasting. ​
Etter bij de ontlasting. Dit is vrijwel altijd afkomstig van een ziekteproces in het laatste deel van het maag-darmkanaal. ​
Lintvormige of potloodvormige ontlasting = kan duiden op een afsluiting of tumor.​
Afwijkende bestanddelen
Diarree
Acute diarree: viraal of bacterie, voedselvergiftiging, dieetfouten, vergiftiging door medicatie, zware metalen, laxeermiddelen, bijwerking van antibiotica

Chronische diarree: langdurige infecties, chronische ontsteking (Crohn), vetdiaree (alvleesklierontsteking), gebrek aan suikersplitsend enzym (lactosedeficientie), darmtumor, diverticulitis, na operatie aan maag of darmen, hormonaal, stofwisselingsziekten, allergie, etc.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Melena 
Ontstaat door vermenging van bloed met ontlasting  
Bloed wordt na vertering door maagzuur, enzymen en bacteriën zwart

Hoog in maagdarmstelsel
100 tot 200 milliliter bloed nodig 
Eenmalige grote bloeding
Chronisch bloedverlies



Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Steatorroe
vetdiarree 

 Dit is een symptoom waarbij de ontlasting ongewoon veel vet bevat, veroorzaakt doordat vet in het spijsverteringsstelsel niet goed wordt verteerd.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Obstipatie 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is obstipatie?
Verstopping van de darmen
Een ander woord voor obstipatie is constipatie

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Epidemiologie

10-30% van de algemene bevolking ervaart op enig moment klachten van obstipatie
er zijn aanwijzingen dat vrouwen tweemaal zo vaak obstipatieklachten hebben als mannen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Complicaties 
Als obstipatie langer dan drie maanden aanwezig is ondanks behandeling spreken we van chronische obstipatie. Als geen onderliggende aandoening de oorzaak is, spreken we van functionele obstipatie.
Complicaties die bij chronische obstipatie kunnen voorkomen:

  • Aambeien 
  • Anale fissuur
  • Fecale impactie 
  • Rectale prolaps
  • Diverticulose

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voeding en vocht bij obstipatie
Voeding bij obstipatie:
  • Voldoende vezelrijke voeding
  • Zeer vetarm eten
  • Voldoende drinken
Advies bij obstipatie:
  • Voldoende bewegen
  • Ontlasting niet ophouden en de tijd nemen om te ontlasten

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is belangrijk bij obstipatie?
  • Houding
  • Eten 
  • Drinken
  • Bewegen

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontlasting heeft een bruine kleur door;
A
Invloed van specerijen
B
Aanwezigheid van bilirubine
C
Afwezigheid van ontstekingen
D
Voeding als koffie en drop

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent de term melena?
A
Verse roodkleurige ontlasting
B
Bruinkleurige ontlasting
C
Zwarte ontlasting
D
Groenkleurige ontlasting

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent de term steatorroe?
A
Bruinige en zwarte ontlasting
B
Groene ontlasting
C
Roodkleurige ontlasting
D
Grijzige en vettige ontlasting

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontlasting
Samenstelling
water, slijm en zouten, bilirubine, vezels, darmbacteriën en afgestoten darmslijmvliescellen. 

Soms zijn deels onverteerde voedselresten zichtbaar.
Ontlastingspatroon (defecatiepatroon)
Het ontlastingspatroon is de ontlastingsfrequentie die iemand gedurende langere tijd heeft.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les vervalt
Lesvervangende opdracht (verplicht!)
Opdracht - Aandoeningen aan mond en keelholte
Inleveren vóór dinsdag 12 december 12:00!



Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Studiestof:
  • VVT 2 - Hoofdstuk 6
  • Paragraaf 6.1 + 6.2
  • A&F - Hoofdstuk 8
Inleveren vóór dinsdag 5 december 20:00:
Opdracht - Ontlasting

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions