wk 45 voca 8 1hv écrire /toetsstof un 1

Bonjour!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bonjour!

Slide 1 - Diapositive

aujourd'hui:
appr 8: voca herhalen
toetsstof doornemen
quizlet être
oefenen met écrire en voorbereiden op de toets
eind van de les: SO staat open, bekijk goed je fouten

Slide 2 - Diapositive

les absents
Tu es présent? Je suis présent(e)
Tu habites où? J'habite à Steenwijk....
Quelle est ta nationalité? Je suis néerlandais(e)

Slide 3 - Diapositive

un 1 appr 8 1hv boek
Le nr 1 gagne un Napoléon....

Slide 4 - Diapositive

vertaal: de zee

Slide 5 - Question ouverte

Is l'âge vrouwelijk of mannelijk?
Dat staat in je boek!!
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 6 - Quiz

vertaal: klein

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal: ik ben Frans(m)

Slide 8 - Question ouverte

J'habite près de Meppel.
Wat betekent près de?

Slide 9 - Question ouverte

laatste vraag...

Slide 10 - Diapositive

Voilà Marianne Lafleur de Paris. Quel est le nom de famille?
A
Marianne
B
Lafleur
C
Paris
D
voilà

Slide 11 - Quiz

lesstof toets: samenvatting un 1
zie week 46

Jouw boek is de basis!!

Slide 12 - Diapositive

wat moet je kennen en kunnen?
O De woordjes van apprendre 4, 6 en 8 ken je Nederlands-Frans en Frans-Nederlands. Leer ook de lidwoorden erbij. Je moet de woorden kunnen schrijven.
O De zinnen van apprendre 10 ken je Frans-Nederlands.

Slide 13 - Diapositive

vertaal in het Frans:
groot

Slide 14 - Question ouverte

Welk woord past het best in de zin?
Laura est ...... de Sophie.
A
l'amie
B
la classe

Slide 15 - Quiz

grammaire 3
Het werkwoord être:
Je kent de  persoonlijk voornaamwoorden
Je kent alle vormen van être

Slide 16 - Diapositive

Wat zijn de Franse persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 17 - Carte mentale

Welke vormen van être ken je uit je hoofd?

Slide 18 - Carte mentale

vertaal in het Frans:
hij is

Slide 19 - Question ouverte

Welke vorm van être hoort op de stippellijn?
Nous ......................... au collège.

Slide 20 - Question ouverte

Grammaire II: Je kunt de lidwoorden correct gebruiken (apprendre 5)
le la les l'
un une des
Bekijk nog eens het voorbeeldfilmpje

Slide 21 - Diapositive

Welke zin is goed?
A
La fille est au collège.
B
Les fille sont au collège.
C
Le fille est au collège.

Slide 22 - Quiz

appr 10 staat alleen in je boek!
bijvoorbeeld:
Lis le texte. - Lees de tekst.
Travaillez à deux. - Werk samen.
Réponds aux questions.- Beantwoord de vragen.

Slide 23 - Diapositive

Lis le texte.
Wat betekent deze zin?
A
Lees de tekst.
B
Werk samen.
C
Beantwoord de vragen.
D
Combineer de plaatjes.

Slide 24 - Quiz

oefenen met être
Quizlet

Slide 25 - Diapositive

zelfstandig werken
Maak de opdrachten die klaarstaan in Learnbeat.

Je kunt ook vragen stellen over je SO (week 42), die staat aan het eind van de les open.

Slide 26 - Diapositive