U5 les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Relie les objets au salon de la bonne couleur. 

Le salon bleu

Le salon rose

Le salon jaune

une plante 

un avion

deux lampes

une table

une tasse

des macarons

 une chaussure

une plume (een veer)

 un poisson rouge 

un chandelier (kaarshouder)

des ballons

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Vendredi 22 avril

Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt de kleren benoemen;

- Jij kunt zeggen wat voor kleren jij draagt;

- Jij kunt de kleuren in zinnen aanpassen;

- Jij kunt zeggen wat voor kleren iemand draagt;

- Jij kunt een tekst begrijpen over kleren en stijlen.

Qui a fait les devoirs ?

Leer Unité 5, Apprendre 1.

1/ Het boek B, pagina 38;

2/ Quizlet:

Les mots/ woorden d'Apprendre 1 : 

https://quizlet.com/_914bzk?x=1jqt&i=2j8pzj

Ce n'est pas un vêtement :

1. la robe
2. la jupe
3. la circulation
4. la chemise

C'est un vêtement :

1. la chaussette
2. la porte
3. le rez-de-chaussée
4. la salle de bains

un short

une jupe

un pull

des chaussures

la robe

les chaussures

le pull

la chemise

le pantalon

De jurk

de trui

de schoen

de sok

het jasje

de stropdas

de pet

de hoed

la robe

le pull

la chaussure

la chaussette

la veste

la cravate

le chapeau

la casquette

Vertaal: Hij heeft een blauwe broek

Et toi, qu'est-ce que tu portes ?

Une jupe est :

1. vert
2. verte
3. verte
4. vertes

Les chaussettes sont :

1. vert
2. verte
3. verts
4. vertes

Vertaal: Wij hebben grijze schoenen

C'est quoi, le festival de Cannes ?

Au festival de Cannes, tu portes des vêtements :

1. sérieux
2. hippies
3. cools ou chics
4. toujours noirs

Zelfstandig werken

Ouvre le livre page 16.

La classe lit le titre, l'introduction et les 4 paragraphes.

Fais les exercices des page 17 (behalve exercice 5/ 2) et 18 (tot en met vraag 6).

Klaar? Kies een persoon op internet en beschrijf wat hij/ zij draagt! Gebruik kleren en kleuren.

Lesdoelen behaald?

- Jij kunt de kleren benoemen;

- Jij kunt zeggen wat voor kleren jij draagt;

- Jij kunt de kleuren in zinnen aanpassen;

- Jij kunt zeggen wat voor kleren iemand draagt;

- Jij kunt een tekst begrijpen over kleren en stijlen.

Lesdoelen behaald?

😒🙁😐🙂😃