Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
H5: Landschappen van Europa
Slide 1 - Diapositive
Duitsland
België
Nederland
Frankrijk
Zwitserland
Oostenrijk
Luxemburg
Engeland
Slide 2 - Question de remorquage
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wat betekent een schiereiland?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Hoe verder van de zee, hoe meer invloed van de zee
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
In de zomer is de zee ...................................dan het ............................. De lucht boven ............................ is koeler dan die boven ................................... . Hierdoor is het in het binnenland van Europa ................................... dan langs de kust. In de winter is het in het binnenland van Europa ................................... dan aan de kust. Dat komt doordat de zee ................................... dan is dan het land.
Leerlingen klaar? Slepen maar!
warmer
warmer
Koeler
Kouder
Land
Land
Zee
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is een moeilijk woord voor hoogteverschillen?
A
Hooggebergte
B
Reliëf
C
Heuvellandschap
D
Laagland
Slide 11 - Quiz
Hoeveel meter is laagland maximaal?
Slide 12 - Question ouverte
Welk reliëf zie je hier?
Slide 13 - Question ouverte
0-200 meter
200-500 meter
500-1500 meter
Hoger dan 1500 meter
Laagland
Heuvelland
Middelgebergte
Hooggebergte
Slide 14 - Question de remorquage
Natuurlijke zones
Slide 15 - Diapositive
Natuurlijke zones in Europa
Mediterrane plantengroei
Loofboomgrodel
Naaldboomgordel
Toendra
Mediterraan
Loofboomgordel
Naaldboomgordel
Toendra
Slide 16 - Diapositive
Noem 1 natuurlijke zone
Slide 17 - Carte mentale
Sleep de natuurlijke zones op volgorde van koudste naar warmste
Koudste
Kouder
Warmer
Warmste
Taiga
Toendra
Zeeklimaat
Sneeuwklimaat
Slide 18 - Question de remorquage
Bij de Noordpool vallen de zonnestralen .............. op het aardoppervlak. De zonnestralen verwarmen een ........... gebied, waardoor de aarde veel minder wordt verwarmd.
A
recht
B
schuin
C
groot
D
klein
Slide 19 - Quiz
Van zuid naar noord bestaan er verschillende natuurlijke zones. Wat zijn natuurlijke zones?
A
Dat zijn gebieden met dezelfde natuurlijke begroeiing.
B
Dat zijn gebieden met verschillende natuurlijke begroeiing.