Les 1 +2 Kaartvaardigheden

Aardrijkskunde vaardigheden
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Aardrijkskunde vaardigheden

Slide 1 - Diapositive

Wat verwachten jullie van dit uur: Aardrijkskunde vaardigheden ?

Slide 2 - Question ouverte

Wat vinden jullie lastig bij het vak Aardrijkskunde, of waar zou je iets meer van willen leren ?

Slide 3 - Question ouverte

Aardrijkskunde vaardigheden
  • Flexuur bestaat uit 6 onderdelen: 
-Kaartvaardigheden
-Aardrijkskundige vragen 
-Plaatsbepaling 
-Geografische werkwijzen
-Brongebruik & toetsvragen
-Gebruik van (gis) Google maps

Slide 4 - Diapositive

Kaartvaardigheden

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen les 1 & 2
Aan het einde van deze les kan je:
  • 4 verschillende soorten kaarten benoemen 
  • Uitleggen wat kaartanalyse is.
  • Kaarten analyseren, door patronen en relaties te leggen tussen twee kaarten.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Even opfrissen !

Slide 9 - Diapositive

Kaartvaardigheden

Om een kaart goed te begrijpen heb je nodig:


  • Een titel
  • Een legenda
  • De schaal
  • Een noordpijl

Slide 10 - Diapositive

4 soorten kaarten in een Atlas

1) Natuurkundige overzichtskaart


2) Staatkundige overzichtskaart


3) Thematische kaart


4) Topografische kaart 




Slide 11 - Diapositive

Natuurkundige overzichtskaart
Je ziet de natuurlijke kenmerken:

Reliëf (hoogteverschil)
Water (rivieren, zeeën en meren)

Slide 12 - Diapositive

Staatkundige overzichtskaart
Alle landen staan weergegeven met elk hun eigen kleur.

Een ander woord voor staat = land.

Slide 13 - Diapositive

Topografische kaart
  • Is een overzichtskaart van een klein gebied. 
  • Wegen & verbindingen (infrastructuur), gebouwen, grondsoorten.

Slide 14 - Diapositive

Thematische kaart

  • Speciale kaart met één of meerdere thema's (onderwerpen)
  • Bijvoorbeeld: bevolkingsdichtheid, neerslag, klimaat, grondgebruik

Slide 15 - Diapositive

Samenvatting: Soorten kaarten
Overzichtskaart: 
staatkundige overzichtskaart: vooral grenzen van landen.
natuurkundige overzichtskaart:
landschap
Thematische kaart 
één onderwerp
Topografische kaart:
klein gebied, veel details



Thematische kaart
Natuurkundige kaart
Staatkundige kaart
topogafische kaart

Slide 16 - Diapositive

Dit is een...
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 17 - Quiz

De kaart hiernaast is een voorbeeld van een:
A
Plattegrond
B
Thematische Kaart
C
Staatkundige overzichtskaart
D
Natuurkundige overzichtskaart

Slide 18 - Quiz

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 19 - Quiz

Dit is een:
A
Staatkundige Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Topografische kaart
D
Natuurkundige overzichtskaart

Slide 20 - Quiz

Welke kaart zie je hier?
A
natuurkundige overzichtskaart
B
staatkundige overzichtskaart
C
thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 21 - Quiz

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 22 - Quiz

Topografische kaart
Overzichtskaart
Thematische kaart

Slide 23 - Question de remorquage

Thematisch
Topografisch
Overzichts
Dit zijn kaarten waarop de werkelijkheid zo volledig mogelijk wordt aangegeven, zoals hoogteverschil, rivieren, grondgebruik, dorpen, steden en wegen.
Dit zijn zeer nauwkeurige en volledige kaarten, ook wel 'stafkaarten' genoemd. De schaal van deze kaarten is 1:10.000 tot 1:100.000.


Dit zijn kaarten die gaan over een bepaald onderwerp. Denk aan het klimaat, de industrie, bevolkingsspreiding, etc.

Slide 24 - Question de remorquage

topogafische kaart
Natuurkundige kaart
Thematische kaart
Staatkundige kaart

Slide 25 - Question de remorquage

Oefenen kaartanalyse
Kaartlezen: alle informatie uit een kaart halen. 
Legenda lezen:
1. Waar ligt dit gebied? 
2. Wat geeft de kaart precies aan? 
3. Wat zegt deze kaart ?


Slide 26 - Diapositive

Oefenen kaartanalyse
Kaartanalyse
Verbanden/relaties en patronen herkennen in een kaart of tussen twee.

Voordat je een patroon kan zien, moet je eerst de kaart goed lezen.

Slide 27 - Diapositive

Hoe pak je het aan?
stap 1: bekijk de titel van de kaart
stap 2: wat voor soort kaart is het?
stap 3: wat betekenen kleuren, icoontjes, lijnen grafieken etc. op de kaart? Lees de legenda! zorg dat je weer wat de kaart vertelt.
Stap 4: Zoek patronen en verbanden. wat komt overeen? Of wat zeggen deze kaarten van elkaar? heb je twee kaarten? herhaal stap 1 tot 3 bij de tweede kaart.
stap 5: vind het juiste verband of patroon.

Slide 28 - Diapositive

Kaart 1
Kaart 2

Slide 29 - Diapositive

kaart 1
kaart 2

Slide 30 - Diapositive

kaart 1
kaart 2

Slide 31 - Diapositive

Aardrijkskunde vaardigheden

Slide 32 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Uitleggen wat kaartanalyse is
  • Alle informatie uit een kaart halen. Legenda lezen. Waar ligt dit gebied? Wat geeft de kaart precies aan? Wat zegt deze kaart?

Slide 33 - Diapositive

Kaartanalyse : presentatie
  • Tweetallen
  • Zoek 3 verschillende verbanden/relaties tussen verschillende kaarten.
  • Vertel waarom je deze relaties ziet liggen. 
  • Vind je het lastig, denk aan verschillende onderwerpen die met elkaar te maken hebben.
  • Gebruik de Bosatlas en google 
  • Gebruik steekwoorden voor je presentatie (1 minuut min)

Slide 34 - Diapositive

Hoe pak je het aan?
stap 1: Bekijk de titel van de kaart
stap 2: Wat voor soort kaart is het?
stap 3: wat betekenen kleuren, icoontjes, lijnen grafieken etc. op de kaart? Lees de legenda! zorg dat je weer wat de kaart vertelt.
Stap 4: Zoek patronen en verbanden. wat komt overeen? heb je twee kaarten? herhaal stap 1 tot 3 bij de tweede kaart.
stap 5: vind het juiste verband of patroon.

Slide 35 - Diapositive

Opdracht
1. Pak je leerboek of open je boek via magister>elo

2. Bekijk de paragrafen van H2 en H3

3. Schrijf per paragraaf op over welke dimensie het gaat. Sommige paragrafen kunnen op meerdere plekken staan.

Slide 36 - Diapositive

Aan de slag!

Slide 37 - Diapositive

timer
1:00

Slide 38 - Diapositive