Deutsch 2A 11. Januar

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Deutsch

Programm

Anwesenheit

Lernziel

Hausaufgaben kontrollieren

Grammatik

Hausaufgaben

Lernziel kontrollieren

Lernziel

Aan het einde van de les kun je de werkwoorden müssen/sollen/wollen/wissen vervoegen

Schnee

Was bedeutet das?

Wo?

Hausaufgaben kontrollieren

Maken Aufgabe 2-3

-Antworten kontrollieren met buurman/buurvrouw (2Minuten)

-Antwoorden op het bord (2 Minuten)

-Moeilijke antwoorden bespreken

Grammatik

Können/dürfen/mögen/möchten

Wat weet je hiervan nog?
Wat viel je op?

Neue Verben

müssen

sollen
wollen
wissen

Wat betekent dit?

(Boek niet openen!!!)

Antworten

müssen=moeten (het kan niet anders)
sollen=moeten (een ander wil het)

wollen=willen
wissen=weten

Vervoegen

Bord

Hausaufgaben

Hausaufgaben  Aufgabe 

4-5-6

Lernen Verben: müssen, sollen, wollen, wissen

Lernziel kontrollieren

Aan het einde van de les kun je de werkwoorden müssen, sollen, wollen, wissen vervoegen