T3_Les 3

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Erfelijke eigenschap
Niet-erfelijke eigenschap
Piercing
Blauwe ogen
Wipneus
Litteken
Rode bloemen (klaproos)
Bladeren met stekels
Slappe bladeren door watertekort

Slide 2 - Question de remorquage

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel chromosomen heeft een spiercel van een huisvlieg?
A
6
B
12
C
24

Slide 6 - Quiz

Hoeveel chromosoomparen heeft een huisvlieg?
A
6
B
12
C
24

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat betekent 'hetero'
A
Gelijk
B
Ongelijk / verschillend

Slide 11 - Quiz

Homo of hetero?
A
Homo
B
Hetero

Slide 12 - Quiz

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 13 - Quiz

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 14 - Quiz

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Hebben deze mensen hetzelfde genotype en fenotype?
A
Zelfde genotype / zelfde fenotype
B
Zelfde genotype / verschillend fenotype
C
Verschillend genotype / zelfde fenotype
D
Verschillend genotype / Verschillend fenotype

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Hebben eeneiige tweelingen hetzelfde genotype? En Twee-eiige tweelingen?
A
Alleen eeneiig heeft hetzelfde genotype
B
Alleen twee-eiig heeft hetzelfde genotype
C
Beide hebben hetzelfde genotype

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Is tweeling A eeneiig of twee-eiig?
A
Eeneiig
B
Twee-eiig

Slide 22 - Quiz

Zijn hier 1 of 2 zaadcellen betrokken?
A
1 zaadcel
B
2 zaadcellen

Slide 23 - Quiz

Welke cellen zijn bevruchte eicellen?
A
1 en 2
B
4 en 5
C
3 en 6

Slide 24 - Quiz

Welke cellen bevatten 46 chromosomen?
A
1 en 2
B
4 en 5
C
3 en 6

Slide 25 - Quiz

Welk cellen zijn geslachtscellen?
A
7 en 8
B
Alleen 9
C
10 en 11

Slide 26 - Quiz

Verandert het genotype bij mitose (lichaamscellen)? En bij meiose (geslachtscellen)?
A
Alleen bij mitose
B
Alleen bij meiose
C
Bij zowel mitose als meiose

Slide 27 - Quiz

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 28 - Quiz

Makkers, wat vonden we er tot nu toe weer van?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive