hormoonstelsel

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn hormonen?
A
Electrische signalen
B
chemische boodschappers
C
Chemische brandstoffen
D
Electrische brandstoffen

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen
  • chemische stof 
  • specifieke werking
  • regulerende stoffen 
  • hormoonklieren  maken hormonen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen worden vervoerd door
A
De zenuwcellen
B
Door het bloed
C
Door het water
D
Door alle manieren van vochttransport in het lichaam

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Transport via bloed
Concentratie hormoon schommelt:
–Lever breekt af: Continue proces
- Hormoonklieren maken aan gereguleerd door regelkring
Doelwitorgaan
Hormonen: Stoffen die in bepaalde klieren in zeer kleine hoeveelheden gemaakt worden
Eiwitten met een hele speciale structuur
Via het bloed vervoerd wordenom op een andere plaats werkzaam te zijn

 AANMAAK VAN HORMONEN
In endocriene klieren : rechtstreeks aan het bloed
Hormonen in weefsels gemaakt
Hypofyse
Eilandjes van Langerhans
Schildklier
Weefsel in nieren
Bijschildklieren
Weefsel in maagwand
Bijnieren
Weefsel in dunne darm
Geslachtsklieren

Slide 9 - Diapositive

Hormonen worden altijd vervoerd via het bloed. Daarom zijn zij door het hele lichaam actief. Het hormoon oestrogeen bijvoorbeeld, wordt in de eierstokken gemaakt. Het werkt op het baarmoederslijmvlies, maar ook op de borstklieren en de botten. Als een vrouw na de overgang geen oestrogenen meer maakt, verslappen de borsten en ontstaat er vaak osteoporose, botontkalking. Hormonen worden in hormoonklieren gemaakt, maar ook in andere weefsels.
Hormonen worden geproduceerd in hormoonklieren en in weefsels
Een hormoonklier heet een endocriene klier
Endocriene klieren; geven hormonen rechtstreeks af aan het bloed. Via bloed gaan/ worden hormonen in zeer kleine hoeveelheden vervoert naar de organen waar ze een regelende werking uitoefenen.
De hormonen die in weefsels gemaakt worden heten weefselhormonen

De functie van de hormoonklieren is
A
stoffen regelen
B
hormonen aansturen
C
hormonen produceren

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypofyse en hypothalamus

Slide 12 - Diapositive

De hypothalamus stuurt het autonoom zenuwstelsel aan. Autonoom wil zeggen dat dit systeem werkt, zonder dat je het merkt. Het is dus een op zichzelfstaand systeem. De hypofyse is samen met de hypothalamus de belangrijkste regelaar van je hormoonhuishouding. Zij maakt niet alleen zelf hormonen aan die van alles in je lichaam in actie zetten, maar ook hormonen die ervoor zorgen dat andere klieren of organen hormonen gaan maken die weer andere acties in gang zetten
de hypothalamus meet de hoeveelheid van verschillende hormonen, zoals hormonen van de schildklier, bijnieren, zaadballen of eierstokken die in het bloed rondstromen; met die informatie stuurt hij de hypofyse aan, hij bepaalt de hoeveelheid hormonen die de hypofyse aanmaakt;
de hypofyse maakt hormonen aan en geeft ze af aan het bloed, waardoor andere klieren of organen worden aangestuurd; de hypofyse bepaalt zo hoe hard die klieren en organen werken, hoeveel hormonen zij aanmaken en de snelheid van overige reacties;
de klieren of organen maken hormonen aan, elk met een eigen werking; de hypothalamus meet de hoeveelheid daarvan, waarna hij harder of zachter gaat werken zodat er steeds eenzelfde hoeveelheid hormonen in het bloed aanwezig is, dus voldoende schildklierhormoon, groeihormoon, stresshormoon enz.

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

DE HYPOFYSE
Zo klein als een erwt maar super belangrijk!





Hypofyse maakt GH = Groeihormoon
Hypofyse maakt LH en FSH = Voortplanting
Hypofyse maakt TSH = stuurt de schildklier aan

Slide 14 - Diapositive

Zo klein als een erwt maar héél belangrijk!
Hypofyseachterkwab
ADH (antidiuretisch hormoon)
Water terugnemen door de nierbuisjes, zodat niet te veel urine wordt gevormd.
Oxytocine
Baring op gang brengen door de weeën te stimuleren.
Hypofysevoorkwab
TSH (thyroïdstimulerend hormoon)
Schildklier stimuleren om schildklierhormoon te maken.
ACTH (adrenocorticotroop hormoon)
Bijnierschors stimuleren om corticosteroïden te maken.
FSH (follikelstimulerend hormoon)
Eierstok stimuleren om de follikel te laten rijpen en oestrogenen te produceren.
LH/ICSH (luteïniserend hormoon
Bij de vrouw stimuleert de LH de eierstok om het gele lichaampje te ontwikkelen en progesteron te produceren.
Bij de man stimuleert de ICSH de testikels om testosteron te produceren.
Groeihormoon
Lengtegroei stimuleren en groei van weefsels regelen.
Prolactine
Productie van melk door de borstklieren regelen.
Daarnaast regelt de hypofyse de bloeddruk, schildklier, pijnbalans, groei, geslachtsorgaanfuncties, fijne motoriek en nog véél meer.

De hypofyse produceert
A
het groeihormoon
B
Adreline
C
Glucogon

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schildklier
  • De schildklier maakt schildklierhormoon: 
  • Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen
  • Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een schildklier te veel hormonen maakt dan
A
is er te weinig verbranding in de cellen.
B
Er is teveel verbranding in de cellen
C
Er ontstaat dwerggroei

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle organen reageren op alle hormonen
A
Juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De eilandjes van Langerhans produceren insuline en glucagon



voor constanthouding bloedsuikerspiegel

(zorgt ervoor dat er altijd ongeveer evenveel suiker 

in je bloed is)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eilandjes van Langerhans

Hormoon 1
Insuline
Hormoon 2
Glucagon

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

insuline
  • Als je teveel glucose in je bloed hebt wordt insuline afgegeven. 
  • insuline zorgt ervoor dat glucose als glycogeen wordt opgeslagen in de spieren en lever. Dit wordt dan bewaard voor later.
  • De hoeveelheid suiker in je bloed is nu lager!
             glucose => glycogeen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

glucagon
  • Als je te weinig glucose in je bloed hebt wordter glucagon afgegeven.
  • Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen wordt omgezet in glucose.
  • De hoeveelheid suiker in je bloed wordt hoger.
          glycogeen => glucose

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

suiker gehalte in het bloed wordt lager
glucose gehalte in het bloed wordt hoger
Insuline. Maakt van glucose: glycogeen. Het suiker gehalte in het bloed wordt lager
eilandjes van Langerhans in de alvleesklier
glucagon
Maakt van g;ycogeen weer glucose => suiker gehalte wordt hoger
lever
glucose
glycogeen

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar wordt insuline geproduceerd?
A
Ovaria
B
Testes
C
Schildklier
D
Eilandjes van Langerhans

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

geslachthormonen vrouw
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • worden gemaakt in de eierstokken
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen
  • regelen menstruatie

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Testis (teelbal)
Produceren testosteron 
( mannelijk geslachtshormoon)
Functie testosteron:
Ontwikkelen secundaire geslachtskenmerken
Productie van zaadcellen
Invloed op het hele lichaam


Slide 27 - Diapositive

De zaadballen produceren het mannelijk geslachtshormoon testosteron. Testosteron: heeft invloed op het hele lichaam en de zaadcellen. De functie van testosteron: het ontwikkelen van de secundaire geslachtskenmerken en de productie van zaadcellen.
Anabole steroïden zijn chemische varianten van het mannelijke geslachtshormoon testosteron, een hormoon dat het lichaam zelf aanmaakt. Anabolen bootsen die werking van testosteron na.
Testosteron zorgt voor spieropbouw en geslachtsrijpheid. Dit zie je het duidelijkst bij jongens in de puberteit, als hun natuurlijke testosteronproductie stijgt. Ze krijgen een zware stem, schaamhaar, borsthaar en ook meer spiermassa. Vrouwen maken ook testosteron aan maar in veel geringere hoeveelheden dan mannen.
Risico’s bij gebruik anabolen: Bij mannen en vrouwen
 Haaruitval
 Acne op rug en schouders, vette huid
 Hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid
 Snel geïrriteerd, prikkelbaar, agressief. In de maanden na het gebruik: futloos, lusteloosheid, depressief.
 Tijdens gebruik meer zin in seks, daarna tegenovergestelde.
 Spier en peesscheuringen
 Hart; veranderingen in hartweefsel waardoor de prikkelgeleiding en pompfunctie minder wordt.
 Leverfunctiestoornissen (geelzucht) en nierfunctiestoornissen.
 Negatief effect op de schildklier
Specifiek bij vrouwen
 Snor en baardgroei
 Hese en lage stem
 Vergroting clitoris
Specifiek bij mannen
 Verkleining, testikels.
 Borstvorming bij mannen (door de extra hoeveelheid testosteron wordt er ook oestrogeen aangemaakt wat tot borstvorming leidt).
 Impotentie en onvruchtbaarheid. Vermindering zaadcellen.
 Vergroting van prostaat met ouderdomskwalen als bij pijn bij plassen en zaadlozing als gevolg

welke 2 hormonen worden aangemaakt in spijverteringsstelsel
A
gastrine secretine
B
Adh erytropoetine
C
tsl hdl
D
insuline

Slide 28 - Quiz

Gastrine  in de maag aangemaakt stimuleert de maagsap aanmaak

secretine stimuleert alvleesklies sap aanmaak  

Wat doet de hypofyse?
A
Hier wordt testosteron geproduceerd
B
Dit is de regelkamer van het hormoonstelsel
C
Dit is de verbinding tussen hormoon - en zenuwstelsel
D
Hier wordt glucagon geproduceerd

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zijn de primaire kenmerken bij een man (door testosteron)?
A
borstvorming, hoge stem, weinig lichaamsbeharing
B
Testikels, penis, prostaat
C
spierontwikkeling, lage stem, lichaamsbeharing
D
Vagina, baarmoeder, eileiders, eierstokken

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar wordt adrenaline geproduceerd?
A
Hypofyse
B
Schildklier
C
Bijnieren
D
Testikels

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN hormoonklier
A
De Thymus
B
De zwezerik
C
De talgklier
D
De Thyriodea

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen??

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions