Samengestelde zinnen

samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.

Slide 1 - Diapositive

SAMENGESTELDE ZINNEN

In iedere zin staat een persoonsvorm. 

Zinnen met één persoonsvorm en één onderwerp noem je

een enkelvoudige zin. 

 Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen. 

Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.



Slide 2 - Diapositive

SAMENGESTELDE ZINNEN

De woordvolgorde van een samengestelde zin hangt af van het voegwoord. Met een voegwoord zoals en, want  en maar staan de persoonsvormen en de onderwerpen naast elkaar.





Opa werkte. Oma deed het huishouden.
Opa werkte en oma deed het huishouden.

Iedereen viert feest. Het is bevrijdingsdag.
Iedereen viert feest, want het is bevrijdingsdag.

Slide 3 - Diapositive

SAMENGESTELDE ZINNEN

De woordvolgorde van een samengestelde zin hangt af van het voegwoord. Met voegwoorden zoals omdat, doordat  en hoewel hoeven de persoonsvormen en de onderwerpen niet naast elkaar te staan.





Napoleons vrouw had een hondje.. Napoleon hield niet van dieren.
Napoelons vrouw had een hondje, hoewel Napoleon niet van dieren hield.

Iedereen viert feest. Het is bevrijdingsdag.
Iedereen viert feest, omdat het bevrijdingsdag is.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

schema werkwoordspelling

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).

Slide 9 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Onze kat (jagen) graag op muizen, maar hij (doden) ze niet.

Slide 10 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Dat zijn vader Wouts beltegoed (betalen), (vinden) ik maar vreemd.

Slide 11 - Question ouverte

OPDRACHT

Zet de persoonsvormen in de
verleden tijd.
Let op:
Fouten maken mag, maar verbeter deze!

Slide 12 - Diapositive

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Nadat Lian van haar fiets (vallen), (bloeden) haar knie.

Slide 13 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Meneer Drost van aardrijkskunde (worden) boos, omdat de klas permanent (klieren).

Slide 14 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
De motoragent (slingeren) de bestuurder van de rode Ferrari op de bon, want deze (rijden) veel te snel.

Slide 15 - Question ouverte

DOELEN


- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen correct spellen

samengestelde zinnen

Slide 16 - Diapositive