WORDS Grocery shopping

WORDS Grocery shopping
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

WORDS Grocery shopping

Slide 1 - Diapositive

What does the word 'aisle' mean?

Slide 2 - Question ouverte

What does the word 'checkout' mean?

Slide 3 - Question ouverte

What does the word 'packaging' mean?

Slide 4 - Question ouverte

What does the word 'scales' mean?

Slide 5 - Question ouverte

What does the word 'customer' mean?

Slide 6 - Question ouverte

What does the word 'freezer' mean?

Slide 7 - Question ouverte

Naar welke afdeling ga je als je naar de 'deli counter' gaat? (schrijf geen afdeling op)

Slide 8 - Question ouverte

Naar welke afdeling ga je als je naar de 'produce section' gaat? (schrijf geen afdeling op)

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een 'winkelmandje' in het Engels?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is een 'winkelwagentje' in het Engels?

Slide 11 - Question ouverte