Geboorte en sterftecijfers NL en DE 4 TL

Geboorte- en sterftecijfers in Nederland en Duitsland

In deze les zullen we gaan leren over:
- De natuurlijke bevolkingsgroei in Nederland en Duitsland vanaf 1950 beschrijven en verklaren.
- Verklaren waarom de natuurlijke bevolkingsgroei in Nederland en Duitsland vanaf 1950 verschillend verliep.
-  Extra: bevolkingspiramide en sociale bevolkingsgroei.

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Geboorte- en sterftecijfers in Nederland en Duitsland

In deze les zullen we gaan leren over:
- De natuurlijke bevolkingsgroei in Nederland en Duitsland vanaf 1950 beschrijven en verklaren.
- Verklaren waarom de natuurlijke bevolkingsgroei in Nederland en Duitsland vanaf 1950 verschillend verliep.
-  Extra: bevolkingspiramide en sociale bevolkingsgroei.

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij geboorte- en sterftecijfers in NL en DE? Verschillen, overeenkomsten, enz.

Slide 2 - Carte mentale

Wat zijn geboorte- en sterftecijfers?
Geboortecijfer= aantal levendgeborenen per 1000 mensen per jaar.
Sterftecijfer= aantal sterfgevallen per 1000 mensen per jaar.

Wanneer het geboortecijfer groter is dan het sterftecijfer spreken we van een geboorteoverschot.
Wanneer het sterftecijfer groter is dan het geboortecijfer spreken we van een sterfteoverschot.

Slide 3 - Diapositive

Zie bron 1 op pagina 83. Is er in Duitsland in 1975 sprake van een geboorte- of sterfteoverschot?
A
Geboorteoverschot
B
Sterfteoverschot

Slide 4 - Quiz

Natuurlijke en sociale bevolkingsgroei
Natuurlijke bevolkingsgroei= geboortecijfer - sterftecijfer

Immigratie= vestigen in een ander land.
Emigratie= vertrekken uit een land.
-> Dus als je verhuist naar een land, emigreer je vanuit je eigen land en ben je immigrant in het land waar je heen verhuist.
Sociale bevolkingsgroei (ook wel migratiesaldo)= immigratie - emigratie

Slide 5 - Diapositive

Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei ongeveer bij Nederland in 2000 in bron 1?

Slide 6 - Question ouverte

In 2018 emigreerden er 150.000 mensen uit Nederland en immigreerden er 240.000 mensen naar Nederland. Hoe groot is de sociale bevolkingsgroei?

Slide 7 - Question ouverte

Redenen afnemende groei
1. Hogere welvaart
-> stijgende levensverwachting= gemiddeld aantal jaren dat iemand te leven zal hebben. Het aantal ouderen neemt toe.
-> vergrijzing= het aandeel ouderen in een maatschappij stijgt. Het sterftecijfer daalt minder snel dan eerst.
-> ontgroening= het aandeel jongeren neemt af.

Slide 8 - Diapositive

2. Positie van vrouwen. 
-> Vrouwen werden hoger opgeleid waardoor ze meer werkten en minder tijd voor kinderen hadden en die dus ook minder kregen.

3.  Beschikbaarheid van de anticonceptiepil.
-> Hierdoor kon men makkelijker zelf bepalen of ze kinderen wilden.

4. Minder invloed van de kerk.
-> De kerk stimuleerde het krijgen van kinderen.

Slide 9 - Diapositive

De Duitse bevolking is gemiddeld meer vergrijsd dan de Nederlandse. (zie bron 2 op blz. 84) Dit komt vooral door ontwikkelingen in (voormalig) Oost-Duitsland. Hoe zou je dit kunnen verklaren? Beantwoord uit het hoofd.

Slide 10 - Question ouverte

Oost- Duitsland
- Communistisch regime
- Vanaf 1970 stimuleerde de overheid het krijgen van kinderen zodat er genoeg arbeidskrachten zouden zijn. Er was een tekort door het massale vertrek naar West-Duitsland.
     -> Meer kinderdagverblijven
     -> Meer kinderbijslag 

Slide 11 - Diapositive

Na de hereniging
Het geboortecijfer in Oost-Duitsland daalde weer.
- Het ging slecht met de economie.
- Vrouwen begonnen op latere leeftijd aan kinderen.

Slide 12 - Diapositive

Waarom nemen mensen minder snel kinderen in tijden dat het slecht gaat met de economie?

Slide 13 - Question ouverte

Bevolkingspiramide/ leeftijdsdiagram
- Links mannen, rechts vrouwen
- Leeftijden
- x1.000 mensen
- Wat er is veranderd tussen 1950 en 2010

Slide 14 - Diapositive

Bekijk beide leeftijdsdiagrammen

Slide 15 - Diapositive

Hoe zou je het kleine aandeel van mensen met de leeftijd van rond de 35 kunnen verklaren bij de lijn van 1950 bij Duitsland?

Slide 16 - Question ouverte

Na de tweede wereldoorlog had Duitsland langer de tijd nodig om hun land weer op te bouwen dan Nederland. Zullen de Duitse babyboomers jonger of ouder zijn dan de Nederlandse?
A
Jonger
B
Ouder

Slide 17 - Quiz