Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
WERKELIJKHEID (OBJECT) BEELD
KAREL EN JAN lijken als TWEE DRUPPELS WATER op elkaar.
Dat is een BOOM van een KEREL
vergelijking met als
GAVIN, EEN HELD OP SOKKEN, woont in die straat.
vergelijking zonder als
Bijvoorbeeld:
- DIE ZWIJNESTAL moet je eerst opruimen.
- DIE KLEUTER zit in 5VWO.
Metaforen komen vaak voor in spreekwoorden
- De zon doet zijn best tevoorschijn te komen
- Die kozijnen schreeuwen om een verfbeurt.