vlakke figuren en symmetrieassen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Vlakke figuren

Ruimte figuren

Welke figuren zijn vlakke figuren?

1. 2, 7, 8
2. 1, 3, 4, 5
3. 1,3,8
4. geen

Welke vlakke figuren hebben een rechte hoek ?

1. vlieger
2. parallellogram
3. vierkant
4. ruit

welke vlakke figuren ken je?

hoe groot is hoek B2?

1. 180 - 60 = 120
2. 180 : 3 = 60
3. 180 - 90 =90
4. iets anders

hoe groot is hoek B2?

1. 180 - 60 = 120
2. 180 : 3 = 60
3. 180 - 90 =90
4. iets anders

Als B2 = 120 dan is
hoek D?

1. Overstaande hoek dus ook 120
2. 180 : 3 = 60
3. Dat is een rechte hoek dus 90
4. iets anders

Als hoek B2 =120 dan
is hoek C

1. overstaande hoek dus ook 120 graden
2. een rechte hoek dus 90
3. F hoek dus 60 graden
4. iets anders

Als hoek B1 = 60 dan
is hoek E2

1. overstaande hoek dus ook 120 graden
2. een rechte hoek dus 90
3. Z hoek dus 60 graden
4. iets anders

 vlakke figuren

Even puzzelen

∠A​12​​=∠A​1​​+∠A​2​​

Hoe groot is hoek B?

1. gelijkbenig dus 40 graden
2. 180 - 40 -40 =100
3. kan je zo niet zien
4. 180 - 40 -90 = 50

Hoe groot is hoek A2?

1. gelijkzijdig dus 40 graden
2. 180 - 50 -90 = 40
3. kan je zo niet zien
4. 180 - 40 -90 = 50

Hoe groot is hoek D2?

1. kan je niet berekenen
2. 180 - 90 = 90
3. F hoek dus 90
4. 180 - 40 -90 = 50

Hoeveel graden is hoek A

1. overstaande hoek dus 45
2. Dat kan je zien A = B = D =98
3. 360 -98 -98 -45 =119
4. Dat kun je niet berekenen.

Hoe groot is hoek G?
In driehoek ABG

hoe groot is hoe E?
In vierhoek BEFG

hoe groot zijn de hoeken
BCE?
Hoe heet deze driehoek?

Hoe groot zijn de hoeken
C , E? In de driehoek CDE
Hoe heet deze driehoek?

Symmetrie as(sen)

Een vlieger heeft

1. Geen symmetrie-assen
2. één symmetre-as
3. twee symmetrie-assen
4. vier symmetrie-assen

We zien een figuur met..

1. Diagonalen
2. Symmetrie-assen

Heeft een parallellogram een symmetrie-as?

1. Ja
2. Nee

Hoeveel symmetrie assen heeft deze figuur?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 6

hoeveel symmetrie-assen heeft een vierkant?

Hier zien we weer even de symmetrieassen van de vierhoeken

Wat herken je in dit plaatje?

1. Schuifsymmetrie
2. Overstaande hoeken
3. Niks

Is dit schuifsymmetrie

1. Nee
2. Ja
3. Geen idee

moeilijke vraag uit je boek
vraag 31
wat valt op?

1. hoek A = 34 hele hoek E is recht = 90
2. hoek c1 = recht = 90
3. Hoek E1 = hoek E2
4. A, B en C zijn goed

1. E1 =E2= E3= 90:3 =30
2. Hoek D = 180 - 90-34 =56
3. E1,2 = 180 - 90 -34 =
4. Hoek B1 = 180 -34 -34 =112

hoe bereken je E1,2 in driehoek ACE

Hoe bereken je dus E1,2 in driehoek ACE?

Als E1,2 56 graden is dan is E1?

Nu kan je hoek B2 uit rekenen

Je weet E2 =          dat hadden we net uitgerekend dus

28​0​​

Dus hoek B2 =

Maak nu je Penrose tegelpatroon opdrachten.

 De eerste vraag is som 13 op blz 48. En verder in je werkboek of op het stencil dat je vorige keer van mij hebt gekregen. Je hebt ongeveer 10 minuten.

hoe groot is hoek B2?

1. 180 - 60 = 120
2. 180 : 3 = 60
3. 180 - 90 =90
4. iets anders

Als hoek B1 = 60 dan
is hoek E2

1. overstaande hoek dus ook 120 graden
2. een rechte hoek dus 90
3. Z hoek dus 60 graden
4. iets anders