Schrijven 1.1, 1.2 en 1.3

  1. Het leukste...
  2. Lesdoel

  3. Uitleg opdracht
  4. Opdracht
  5. Lesdoel behaald?
  6. Tips & Tops
  7. Volgende week 
Je schrijft een memo.

Je maakt een advertentie, affiche of flyer.

Je schrijft een instructie.

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

  1. Het leukste...
  2. Lesdoel

  3. Uitleg opdracht
  4. Opdracht
  5. Lesdoel behaald?
  6. Tips & Tops
  7. Volgende week 
Je schrijft een memo.

Je maakt een advertentie, affiche of flyer.

Je schrijft een instructie.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een memo?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Het leukste...
  2. Lesdoel

  3. Uitleg opdracht
  4. Opdracht
  5. Lesdoel behaald?
  6. Tips & Tops
  7. Volgende week 
Memo


Feitelijk, kort en volledig
5 w+h vragen:
wat, wanneer, waar, wie, waarom en hoe.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dag Ahmed,
Een klant heeft gebeld over het verzetten van zijn afspraak. Kun jij hem terugbellen?
Noah

Slide 5 - Carte mentale

Telefoonnummer en naam klant
Wanneer de afspraak was / welke afspraak
  1. Het leukste...
  2. Lesdoel

  3. Uitleg opdracht
  4. Opdracht
  5. Lesdoel behaald?
  6. Tips & Tops
  7. Volgende week 
Wat vind je van de volgende flyer?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Carte mentale

- kort, maar volledig en duidelijk (gebruik de 5w+h-vragen ter controle).
- belangrijkste informatie valt het meest op.
- lay-out is overzichtelijk.
- Er zijn niet te veel of te weinig kleuren en afbeeldingen gebruikt.
- De afbeeldingen passen bij de boodschap.
- Het affiche heeft een duidelijke boodschap.
  1. Het leukste...
  2. Lesdoel

  3. Uitleg opdracht
  4. Opdracht
  5. Lesdoel behaald?
  6. Tips & Tops
  7. Volgende week 
Wat staat er op een flyer?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een instructie en
waaraan voldoet deze?

Slide 9 - Carte mentale

In een instructie leg je uit hoe iets werkt of hoe je iets moet doen. Een instructie moet duidelijk zijn voor de lezer. Vraag je daarom steeds af wat je publiek wel of niet weet.
Geef de instructie een duidelijke titel. Gebruik hiervoor het onderwerp van de instructie.
Geef de uitleg in stappen. Begin elke stap als dat kan met een werkwoord.
Beschrijf eventueel bij een stap het resultaat, zodat de lezer kan controleren of hij het goed doet.
Gebruik nummers of dots om de volgorde van de stappen duidelijk te maken. Je kunt daarnaast signaalwoorden gebruiken zoals eerst, dan, daarna, vervolgens en ten slotte.
Gebruik afbeeldingen als de instructie er duidelijker van wordt.
  1. Het leukste...
  2. Lesdoel

  3. Uitleg opdracht
  4. Opdracht
  5. Lesdoel behaald?
  6. Tips & Tops
  7. Volgende week 
Maak de opdrachten van Schrijven 1.1, 1.2 en 1.3

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions