ONO Blok 5 Grammatica 5.4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
3. Log in bij lessonup.app
   

Lezen

Terugblik

1. Huiswerk bespreken 

2. Wat weet je nog van de vorige les?

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Bij de bushalte stonden al heel lang veel mensen te wachten.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Zijn vader kon gaatjes in de plank maken.

Leerdoelen:

• Ik kan het onderwerp van de zin benoemen.

Instructie 

Zinsdelen:

1. Werkwoordelijk gezegde (wwg): alle werkwoorden in een zin > vertellen wat er gebeurd of wat er gedaan wordt.
2. Onderwerp (ond): vertelt wie of wat iets doet. 

Hoe vind je het onderwerp?

1. Zoek het wwg.
2. Stel de vraag: Wie/wat + werkwoordelijk gezegde (wwg)? 
3. Het antwoord op deze vraag is het onderwerp (ond). 

De jongens fietsen op een mooie dag naar school

1. wwg = fietsen
2. Wie/wat + fietsen? 
   
3. Antwoord: de jongens = ond

vms.thiememeulenhoff.nl

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Elsa en Robert koken vanavond pasta.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Elsa en Robert koken vanavond pasta.

Benoem het onderwerp (ond) in de volgende zin:

Elsa en Robert koken vanavond pasta.

Zelfstandige verwerking

• Brons: blz. 193, opdr. 13, 14
• Zilver: blz. 193, opdr. 13, 14
• Goud: blz. 193, opdr. 13, 15

Klaar? 

• Streep de opdrachten af op je takenkaart en kijk je werk na.
• Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen. 
• Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.

Terugblik leerdoelen

Ik kan het onderwerp in een zin benoemen. 

Nakijken opdr. 14.

Vooruitblik

In de volgende les gaan we verder met B5 Spelling.