Havo 4 Paragraaf 1.3

Vandaag
Uur 1:
Paragraaf 1.3 uitleg
Opgaven maken

Uur 2: 
Opgave op het bord
Opgaven maken
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
Uur 1:
Paragraaf 1.3 uitleg
Opgaven maken

Uur 2: 
Opgave op het bord
Opgaven maken

Slide 1 - Diapositive

Stoffen
We delen stoffen op in drie soorten

In Binas tabel 99 zie je:
Geel = metalen
Rood = niet-metalen = moleculaire stoffen

Combinatie van metaal + niet-metaal = zouten

Slide 2 - Diapositive

Stroomgeleiding
Ook op basis van stroomgeleiding heb je deze drie stoffen:

Metaal = geleiding in vast en vloeibaar
Moleculaire stof = nooit geleiding (1 uitzondering)
Zout = geleiding in vloeibaar of opgelost

Later gaan we zien waarom dit zo is

Slide 3 - Diapositive

Eigenschappen van metalen
Geleiden stroom en warmte goed
Vast bij kamertemperatuur (behalve kwik)
Glanzend oppervlakte

Slide 4 - Diapositive

Legeringen / alliages
Zuiver metaal is (vaak) makkelijk buigbaar
Om metaal sterker te maken, kan je het mengen
Twee of meer metaalsoorten gemengd = legering of alliage
Bijvoorbeeld: brons, messing

Slide 5 - Diapositive

Massapercentage
Vaak massapercentage gegeven

Massapercentage:

( massa deel / massa geheel ) * 100%

Slide 6 - Diapositive

Microniveau
Een metaal is opgebouwd uit losse atomen
Deze atomen zijn netjes gestapeld
Dit heet het metaalrooster

Hoe worden deze atomen bij elkaar gehouden?

Slide 7 - Diapositive

Metaalbinding
De metaalatomen laten hun buitenste
elektron(en) makkelijk los
Deze negatieve deeltjes bewegen 
tussen de atoomresten 
De atoomresten zijn positief 
Plus en min trekt elkaar aan en houdt elkaar vast
Dit heet metaalbinding

Slide 8 - Diapositive

Waarom is een legering sterker
Metaalrooster = volledig regelmatig
Elk laagje atomen is even groot
Laagjes kunnen makkelijk langs elkaar schuiven

Slide 9 - Diapositive

Waarom is een legering sterker
Bij een legering zijn niet alle atomen even groot
Dit zorgt voor verstoring van de regelmaat
Laagjes atomen kunnen niet meer schuiven

Slide 10 - Diapositive

Stroomgeleiding
Nodig:
1) Geladen deeltjes
2) die kunnen bewegen

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
Maak af: 21, 22, 24, 26 t/m 30
Maak: opgave 32, 34 t/m 39

Optioneel: 31, 33, 40

Klaar: lees alvast paragraaf 4

Slide 12 - Diapositive

Pauze
Tot zo!

Slide 13 - Diapositive

Uur 2
Welkom terug.

Slide 14 - Diapositive

Opgave goud
Zuiver goud is 24 karaat goud. Een lager aantal karaat geeft het massadeel goud weer. Zo bevat 14 karaat goud het 14/24 deel aan massa in goud. 14 karaat goud heeft een goudgehalte van 58,5%, de rest is bijzet. Met de bijzet worden onder andere de hardheid en de kleur bepaald. 
1) Bereken hoeveel gram goud verwerkt is in een ring van 14 karaat goud met een massa van 20g.

Slide 15 - Diapositive

Oplossing 1
14 karaat betekent 14 van de 24. 
14 van 24 = 58,5%
58,5% van 20 gram:
(20 / 100) * 58,5 = 11,7 gram

Slide 16 - Diapositive

Opgave goud
Goud kan gemengd met andere metalen verschillende kleuren aannemen. Geel goud is goud gemengd met evenveel koper als zilver. Witgoud is goud gemengd met palladium.
2) Bereken hoeveel gram goud, hoeveel gram zilver en hoeveel gram koper er in een 14 karaat geelgouden ring van 20g zit.

Slide 17 - Diapositive

Oplossing 2
14 karaat van 20g = 11,7g (zie oplossing 1)
De overige 8,3 gram is een mengsel van koper en zilver.
In geelgoud zit evenveel koper als zilver.
Dus: 8,3 / 2 = 4,15 gram zilver en 4,15 gram koper.

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Maak af: 21, 22, 24, 26 t/m 30
Maak: opgave 32, 34 t/m 39

Optioneel: 31, 33, 40

Klaar: lees alvast paragraaf 4

Slide 19 - Diapositive