Werkwoordspelling VT

Werkwoordspelling VT
Daar gaan we weer... :)
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling VT
Daar gaan we weer... :)

Slide 1 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer met sterke/zwakke werkwoorden? 
Zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
In de verleden tijd blijft de klank hetzelfde.
In de verleden tijd verandert de klank.

Slide 2 - Question de remorquage

Hoe werkt TaXiKoFSCHiP

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
straffen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'straff' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van straff = f
4. Zit deze letter in TaXiKoFSCHiP?
ja     dan +te(n)
5. Neem de 'ik-vorm' van het ww +te(n)
strafte(n)

Slide 3 - Diapositive

TaXiKoFSCHiP
Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit TaXiKoFSCHiP? --> ik-vorm + te(n)
Is de laatste letter van de stam GEEN medeklinker uit 't kofschip?
--> ik-vorm + de(n)

Slide 4 - Diapositive

Zet de stappen van 't kofschip in de goede volgorde 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Controleer of de laatste letter (medeklinker) in taxikofschip zit of niet
Kijk naar de laatste letter van de stam
Neem de stam van het werkwoord
Medeklinker wel in taxikofschip? >schrijf +te(n)
Medeklinker niet in taxikofschip? >schrijf +de(n)

Slide 5 - Question de remorquage

De laatste letter van de stam zit wel in taxikofschip, dus +te(n)
De laatste letter van de stam zit niet in taxikofschip, dus +de(n)
werken 
vergissen
verbazen 
knippen
branden 
beloven

Slide 6 - Question de remorquage

Je gebruikt 't kofschip bij:
A
Sterke werkwoorden
B
Zwakke werkwoorden

Slide 7 - Quiz

Sterke en zwakke werkwoorden door elkaar

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in!

Weet je het nog?

Slide 8 - Diapositive

Ali .... (worden) verliefd op het leukste meisje van de klas.

Slide 9 - Question ouverte

Bart .... (vrezen) dat hij te laat zou komen.

Slide 10 - Question ouverte

Dorien ... (kneuzen) haar pols tijdens de gymles.

Slide 11 - Question ouverte

Meneer De Wit .... (tobben) over de toekomst van zijn zoon.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen .... (vegen) het klaslokaal.

Slide 13 - Question ouverte

Sanne en Sevgi .... (knopen) de wijze les goed in hun oren!

Slide 14 - Question ouverte

Wij .... (willen) niet mee naar de winkel.

Slide 15 - Question ouverte

Jullie .... (verrassen) mij heel erg met jullie komst.

Slide 16 - Question ouverte

Ik .... (schenken) een glas cola in.

Slide 17 - Question ouverte

Abdul en Samira ... (blazen) samen de kaarsjes uit op hun verjaardagstaart.

Slide 18 - Question ouverte

Daniel ... (besteden) veel geld aan zijn hobby.

Slide 19 - Question ouverte

Rachel .... (snappen) helemaal niks van haar broertje.

Slide 20 - Question ouverte

Mirjam ... (blozen) van al die lieve woorden.

Slide 21 - Question ouverte

Lezen ... (blijven) mijn favoriete bezigheid.

Slide 22 - Question ouverte

Mijn ouders .... (vergelijken) mij altijd met mijn oudere broer.

Slide 23 - Question ouverte

Anna ... (geloven) niet dat haar vriendinnen haar in de steek zouden laten

Slide 24 - Question ouverte

Mijn buren ... (kiezen) er voor om met de auto te gaan.

Slide 25 - Question ouverte

Waarom .... (zeuren) jij de hele tijd om snoep?

Slide 26 - Question ouverte

Die meisjes ... (durven) niet voor hun mening uit te komen.

Slide 27 - Question ouverte

Die irritante vlieg ..... (vliegen) door mijn slaapkamer.

Slide 28 - Question ouverte

Ik ... (lezen) dat boek altijd erg graag.

Slide 29 - Question ouverte

Gisteren .... (eten) wij sushi.

Slide 30 - Question ouverte

Wat .... (bestaan) eerder? De kip of het ei?

Slide 31 - Question ouverte

Kees ... (trappen) in een hondendrol.

Slide 32 - Question ouverte

Ik ... (hebben) die toets goed gemaakt.

Slide 33 - Question ouverte

Die boeren ... (kweken) een nieuw soort groente.

Slide 34 - Question ouverte

Wij .... (haten) het om door de regen te fietsen.

Slide 35 - Question ouverte

Die bal ... (kosten) mij 3 maanden zakgeld.

Slide 36 - Question ouverte

Aisha ... (hoesten) haar longen uit haar lijf.

Slide 37 - Question ouverte

Goed gewerkt!!
Klaar?
Numo Taken
Klaar?
Numo Eigen lesplan

Slide 38 - Diapositive