14.2 De huid en het onderhuidse bindweefsel

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

14.2 De huid en het onderhuidse bindweefsel

Leerdoelen

14.2.1 Je kunt de delen van de huid en van het onderhuidse bindweefsel noemen met hun kenmerken en functies.

14.2.2 Je kunt beschrijven hoe de lichaamstemperatuur min of meer constant wordt gehouden.

Wist je dat de huid het grootste orgaan van je lichaam is? De huid heeft dan ook veel functies, zoals beschermen tegen ziekteverwekkers en voorkomen van uitdroging.

wat	Lees de leerdoelen in je boek en zorg ervoor dat je aan het einde van deze les de leerdoelen hebt bereikt.
Einddoel	Je hebt tenminste 5 toepassing en/of inzichtvragen over de leerdoelen gemaakt als in een toets en je kunt de leerdoelen uitleggen in je eigen woorden
Hoe	???
Hulp	???
product	inleveren van 5 vragen op papier, let op dit moeten toepassing of inzichtvragen zijn. Je mag max. 1 kennisvraag inleveren.
Tijd	30 minuten

 manieren om de leerdoelen te bereiken

 Lezen en opdrachten maken

lesstof bestuderen en samenvatting maken

filmpjes bekijken op BVJ of op youtube

toetsvragen bedenken

een medeleerling uitleggen

???

schooltv.nl

Afsluiting - inloggen in LessonUp

14.2.1 Je kunt de delen van de huid en van het onderhuidse bindweefsel noemen met hun kenmerken en functies.

14.2.2 Je kunt beschrijven hoe de lichaamstemperatuur min of meer constant wordt gehouden.

Tot welke huidlaag behoort een haar

1. hoornlaag
2. kiemlaag
3. lederlaag
4. onderhuids bindweefsel

Een blaar bestaat uit weefselvloeistof, is dit het inwendige of het uitwendige milieu?

1. Inwendig milieu
2. Uitwendige Milieu?

Hieronder staan 3 beweringen over de huid
Je ziet iemands huid op 2 momenten

Plaats de beweringen bij het juiste moment

De bloedvaten in de huid zijn nauw

de warmteproductie door het lichaam is het grootst

de zweetproductie is het grootst

In welk deel van het lichaam slaat een mens reservestof vooral op?

1. kiemlaag
2. lederhuid
3. in het onderhuidse bindweefsel
4. opperhuid

Bij schapen ontstaat bij de vertering de giftige stof phyllo-erythrine.
Bij sommige schapen wordt deze giftige stof niet afgebroken.
Onder invloed van licht wordt bij deze schapen in de huid phyllo-erythrine
omgezet in stoffen die de bloedvaten aantasten. Dat leidt tot dikkopziekte.
De huid van de kop is dan opgezwollen door ontstekingen in huidbloedvaten.

Waarom ontstaan deze ontstekingen vooral in de kop?

Huiswerk 

Leren bs 14.1 en 14.2