Bel de brandweer!

Bel de brandweer!
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
VeiligheidBrandweer+1BasisschoolGroep 3,4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Introduction

In deze les maken we kennis met ons team van Brandweer op School. We ontdekken wie Vlammetje Vuur, Smokey de Rookmelder en Billy Brandkraan zijn. Ook bespreken we wanneer de brandweer in actie komt. Vlammetje Vuur staat voor het herkennen en voorkomen van gevaar. Smokey de Rookmelder ontdekt gevaar en waarschuwt. Net als een rookmelder. Hierdoor kun je op tijd in veiligheid komen. Billy Brandkraan weet precies wat je moet doen als iets fout is gegaan. Reageren en bestrijden van gevaar. In deze les wordt op interactieve wijze, met spelvormen, sleepopdrachten en vertellen, aandacht besteed aan: > het alarmnummer 112; > het blussen van brand; > rookmelders; > deuren dicht; > brandalarm op school; > kleding van de brandweer. De les heeft luister-, doe-, praat-, en sleepopdrachten en is daarmee afwisselend en interactief.

Instructions

Voorbereiding:
Deze docentenhandleiding geeft een uitgebreide toelichting op de les- en leerstof en lesideeën. Handig om van te voren door te nemen.

Het memoryspel, slide 2 vergt wat oefening.

Downloaden:
Download voorafgaand aan de les de werkbladen om tijdens de les te maken en/of om mee naar huis te geven.

Devices
Deze onderbouwgroep gebruikt misschien nog geen devices. Zodra je de les start kun je het vinkje bij 'devices' verwijderen. De sleepopdrachten kan de leerkracht zelf maken met de input vanuit de klas.
Met de knop 'controleer' kun je de klas laten zien of de gegeven antwoorden goed zijn.
Met de knop 'Toon antwoord' laat je zien wat de juiste antwoorden zijn.

Instructions

Feuilles de travail

Éléments de cette leçon

Bel de brandweer!

Slide 1 - Diapositive

We maken kennis met het team Brandweer op School:
Vlammetje Vuur, Smokey de Rookmelder en Billy Brandkraan.
Kijk op de volgende slide en ontdek waar ze voor staan.
O
f
0

O

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Memory

Slide 2 - Diapositive

Memory
Kennismaking met de drie karakters via dit memoryspel.
In deze memory zijn verschillende plaatjes van Smokey, Vlammetje en Billy verstopt.
Zoek steeds twee dezelfde plaatjes bij elkaar.

Klik op een nummer
Zodra je op een nummer klikt, verschijnt het plaatje ernaast in beeld. Twee dezelfde plaatjes? Dan kun je ze in beeld laten staan. 
Zijn het twee verschillende plaatjes? Klik dan opnieuw op het nummer bij het plaatje, en ze verdwijnen weer.

Geef een toelichting om kennis te maken met de karakters:

Als we Vlammetje vuur tegenkomen, gaan we op zoek naar gevaar. Wat kun je doen om ervoor te zorgen dat er geen gevaar is?

Vlammetje Vuur met lucifer 3-4:
Vertel:
Als je speelt met vuur, kun je brand krijgen. Dat is niet goed. Berg lucifers goed op.

Vlammetje vuur met stekker 9-11.
Vertel:
Als je een apparaat met een stekker niet gebruikt: trek dan de stekker uit het stopcontact. Dus zodra je telefoon is opgeladen, trek je de stekker uit het stopcontact.

Smokey de Rookmelder ontdekt gevaar altijd heel snel en dan waarschuwt hij iedereen. Je kan dan zorgen dat je snel in veiligheid komt.

Smokey test de rookmelder 2-8
Vertel:
In je huis heb je rookmelders. Rookmelders gaan heel hard piepen als er rook in komt. Dat is goed. Want rook is gevaarlijk. Je weet dat je dan snel naar buiten moet gaan.
Je kunt het geluid van de rookmelder testen door op de testknop te drukken.

Wat voor geluid maakt de rookmelder?
Antwoord: PIEP PIEP PIEP
Klik op het geluidsicoon om het geluid van de rookmelder te laten horen.

Smokey blijft laag bij de grond 6-10
Vertel:
Als er brand is, is er ook rook. Rook is gevaarlijk. Rook kun je beter niet inademen. Dat is niet goed/gezond. Smokey kruipt onder de rook door en gaat snel weg uit de ruimte waar de rook is. Hij doet de deuren achter zich dicht. Dan kan de rook niet door het hele huis gaan.

Billy Brandkraan weet precies wat je doen moet als het fout gaat. Weet jij dat ook?

Billy Brandkraan heeft de sleutel van de voordeur bij zich 1-5.
Vertel:
Als je snel naar buiten moet, is het fijn als de sleutel dicht bij de deur is. Dan hoef je niet te zoeken.

Billy Brandkraan belt het alarmnummer 7-12. Wat is het nummer?
Vertel:
Als er brand is, moet je zo snel mogelijk naar buiten gaan en de brandweer bellen. Bel 112.

Mag jij ook dat nummer bellen? Of alleen papa of mama?
Antwoord:
Ook jij mag 112 bellen. Alléén niet voor de grap.
Wie blust de brand? Mama, het kindje of de brandweer?
Mama

Slide 3 - Diapositive

Bespreek:
Jij bent thuis en je ziet opeens dat er vuur komt uit de pan.

Wie blust deze brand? Mama, het kindje of de brandweer?
Laat de kinderen eerst hun antwoord geven. Daarna vertel je wat het juiste antwoord is:

Vertel:
  1. Het kindje ziet dat het fout gaat en roept direct om papa of mama. Klik op het icoon met het oogje bij het kindje. Klik ook op het geluidsicoon.  
  2. Klik op het geluidsicoon bij de tekening van de vlam in de pan. Mama zegt dat ze de vlam in de pan gaat blussen.
    Klik vervolgens op het oogje. Mama blust de vlam in de pan met de deksel. 
  3. Wanneer komt de brandweerman in beschermende kleding? Klik op het geluidsicoon bij de brandweerman. 
Wat doe je als je de brand ontdekt?
Antwoord:
  • Als jij zélf de brand ontdekt roep je zo snel mogelijk papa of mama erbij.
    Als het vuur nog heel klein is en er is niet zo veel rook, dan kan papa of mama de brand zelf nog uit maken. De vlam in de pan blust mama met de deksel.
  • Maar als de brand groter is dan een voetbal en er is veel rook, dan moet je allemaal naar buiten gaan en de brandweer bellen. Dan komt de brandweer, in een speciaal brandweerpak, de brand blussen.

Hoe blust mama de vlam in de pan?
Antwoord: 
  • Met een deksel.
    Houd de deksel voor je. Zet de deksel op de rand van de pan en klap naar beneden.
  • Draai de warmtebron (gas of elektrisch) uit.
  • Zet de afzuigkap uit.
  • Laat de pan staan totdat die helemaal is afgekoeld.

Let op: 
Gooi NOOIT water op de vlam in de pan. Dan wordt het vuur veel groter.
En ga ook NOOIT met de pan lopen.

112 ja of nee?
JA
NEE

Slide 4 - Question de remorquage

Vertel:
Je ziet dat er iets fout gaat. Je hebt hulp nodig. Het alarmnummer 112 mag je bellen als je héél snel hulp nodig hebt. Maar 112 mag je niet bellen als het niet erg is als de hulp wat later komt. En je belt 112 ook niet voor de grap.

Sleepopdracht:
Bij welk incident mag je 112 bellen?
Verplaats het incident naar het vak "ja", als de hulpdiensten héél snel moeten komen. Of verplaats het incident naar het vak "nee" als het niet erg is als de hulp iets later komt.

Klik op: "controleren" en bespreek indien nodig de juiste antwoorden.
Deze ontdek je door op "toon antwoord" te klikken.

Van wie heb je hulp nodig?
Je kunt de auto's naar het incident verplaatsen.

Antwoord:
Zie je dat er wordt ingebroken? Bel 112 en vraag om de politie.

Je ziet een ongeval gebeuren. Iemand is erg gewond geraakt. Bel 112 en vraag om de ambulance.

Je ziet een ongeval gebeuren. De gevallen persoon heeft een zere knie en voelt zich verder goed. Je hoeft geen 112 te bellen. Je kunt de huisarts bellen.

Je hebt brand in huis. Je bent snel samen met al je huisgenootjes naar buiten gegaan. Je belt 112 en vraagt om de brandweer.

Je ziet een kat in de boom. Hij durft er niet meer uit. Meestal klimt de kat zelf uit de boom tegen etenstijd. Soms komt de brandweer wel helpen om de kat uit de boom te halen. Maar dan geeft het niet als de hulp iets later komt. Je belt dan niet naar 112, maar het rechtstreekse nummer van de brandweer (0900-0904).

Slide 5 - Diapositive

Bespreek:
Er is brand in het huis. Vlammetje Vuur is al erg groot en het vuur komt het raam uit. En zie je de zwarte rook? Die is écht niet goed voor je!

Gelukkig zijn de oma en het kindje veilig buiten. Ze hebben de brandweer gebeld. De brandweer zal de brand snel blussen.

Vraag:
De bewoners zijn erg verdrietig.
Weet je ook waarom?
Antwoord:
Brand is niet leuk, het vuur maakt alles kapot.

Heb je zelf al eens een brand in huis meegemaakt? Wil je dat vertellen?
Wat was er gebeurd? Is er niemand gewond geraakt? Was je bang?

Hoe kan er brand komen?

Slide 6 - Diapositive

Bespreek:
Op deze tekening zie je Vlammetje Vuur. Soms is die goed, maar soms ook fout. 
Zie jij op deze tekening waar Vlammetje Vuur fout is hoe er brand kan komen?

Sleep de foute smileys naar de plekken waar Vlammetje Vuur gevaarlijk is.

Antwoorden:
  • De kaars staat dicht bij het gordijn
  • De telefoon ligt op een kussen terwijl die wordt opgeladen. Hierdoor wordt de telefoon zó warm, dat er brand kan ontstaan.
  • Er let niemand op het eten. Als het vet in de pan te heet wordt, dan ontstaat er brand. 
    Maar als je bij het eten koken blijft, dan is het vuur goed en komt er geen brand.
  • De keukenrol staat wel héél erg dicht op het fornuis. Pas op, het papier kan snel gaan branden.
  • De stekker van de oplader zit nog in de stekkerdoos aan de stroom. Die wordt erg warm en kan gaan branden.
  • De hete lamp is dicht bij de knuffel. Die wordt dan érg warm en kan gaan branden.
Wat is goed?
  • Vlammetje vuur in de open haard. Er zit een glazendeur voor. De vonkjes kunnen niet uit de kachel komen.
  • Het kaarsje in de glazen pot. Die staat op een stevige tafel. Het vlammetje is misschien wel op een batterij.
Waardoor kun je nog meer brand krijgen?
  • Spelen met vuur.

Smokey gaat naar zijn mand. Het is bedtijd.
Is het veilig om te gaan slapen?

Wat moet Smokey doen?

Slide 7 - Diapositive

Bespreek:
Smokey vindt brand ook niet leuk. Daarom maakt hij vóór het slapen gaan een rondje door het huis. Is het veilig om in zijn mand te gaan slapen?

Doen:
Verplaats Smokey door het doolhof. Zie je een vraagteken? Vraag dan aan de leerlingen wat Smokey moet doen om het veilig te maken. Als je op het vraagteken klikt, dan zie je dat:
  • De deuren sluiten. Brand en rook, kunnen dan niet zo snel het hele huis doorgaan.
  • De stekker van de oplader uit het stopcontact gaat.
  • De kaars is uitgeblazen. Want dan is de kans dat er brand komt niet zo groot.
Als er voorwerpen in de looproute naar zijn mand liggen, verplaats deze dan naar een plek waar niemand er over kan struikelen.

Als Smokey de sleutels tegenkomt, verplaats deze dan naar de voordeur.

Als alles veilig is kan Smokey lekker gaan slapen.

Klik op het oog om te zien wanneer alles veilig is.

Lesidee:
Je kan de opdracht ook combineren met tellen:
Als Smokey vanuit zijn mand naar buiten moet vluchten.
  • Hoeveel spulletjes liggen er dan in de weg waarover hij kan struikelen? (3)
  • Zet een rood rondje om de spulletjes waar Smokey over kan struikelen.
Antwoord: De tas, de voetbal en de boeken. Sleep deze spullen naar een plek waar je er niet over kunt struikelen.

Hoeveel deuren moet Smokey dichtdoen (4)
  • Zet een blauw rondje om de deuren die Smokey dicht moet doen.
In deze tekening zie je 2 dingen waardoor je misschien brand kan krijgen. Zie jij welke twee dingen?
  • Zet er een rood rondje omheen.
Antwoord: de stekker en de kaars.
De stekker uit stopcontact halen en de kaars uitblazen.

1
2
3

Slide 8 - Diapositive

Weten jullie wat we hier zien?
Trek een lijn van nummer 1 naar nummer 18: wat komt tevoorschijn?

Antwoord: Een rookmelder. ( Je kunt dit op het digibord intekenen met het digitale potlood).

Hoe klinkt het geluid van de rookmelder? 
Klik op de 3 verschillende geluiden. Wat zijn de andere geluiden?

Antwoord:
  • Sirene brandweerauto.
  • Slow woop, het ontruimingsalarm van school.
  • Rookmelder, het alarm thuis.
Waarom maakt de rookmelder dit geluid?
Antwoord: Als er brand is, is er vuur en rook. De rook gaat naar het plafond waar de rookmelder hangt. Als daar rook in komt, hoor je het alarm. De rookmelder gaat piepen.

Als je dat hoort, weet je dat je snel naar een veilige plek moet gaan. Weg bij het vuur en de rook. Want het vuur is heel heet en de rook is niet goed voor je.

Slow woop
De slow woop is het alarm voor op school. Dat is veel harder omdat er veel meer mensen zijn. Als de slow woop gaat, luister je naar de juf of meester wat je moet doen.

Slide 9 - Diapositive

Bespreek:
Smokey is op school. Hij wil een brandoefening doen met de hele school. Dus net doen alsof er brand is. Een nepbrand. Het is heel goed om te oefenen. Want als er dan écht brand is, dan weet je alvast wat je moet doen.

Smokey wil het brandalarm laten horen. Maar wat is het brandalarm van de school? 

Doen:
Klik op de verschillende geluidsiconen:
  • Doe eerst de geluiden die géén ontruimingsalarm zijn. 
  • Daarna het alarm van de rookmelder voor thuis. 
  • Als laatste het alarm op school: de slow woop.
Weet je wat je moet doen als het alarm op school gaat?
Luister en kijk naar de video met het ontruimingslied. Je kunt de video op groot scherm afspelen.

Lesidee:
Beeld hierbij, samen met de kinderen, de stappen uit: 'wat te doen bij brandalarm op school'.

Lesidee: Oefen het ontruimingsplan samen met de klas en/of de hele school.

Slide 10 - Diapositive

Bespreek:
Als er brand is en er is veel rook, dan ga je allemaal snel naar een veilige plek buiten. Daar bel je de brandweer.

Wat was het nummer ook alweer? 112

Als de brandweer komt blussen, dragen ze een speciaal pak. Want de brandweer kan natuurlijk niet blussen in gewone kleding. Dat is erg gevaarlijk.

We gaan nu kijken naar een video waarin we zien hoe het pak van de brandweer eruit ziet en hoe de brandweer oefent.

Vraag na de video:
Waarom doet de brandweer een speciaal pak aan?
Antwoord: Het vuur is heet en de zwarte rook mag je niet inademen, want rook is giftig. De speciale kleding beschermt de brandweerman en -vrouw. Dan kunnen ze veilig blussen.

Brandblussers
Alarmnummer
Gereedschap
Zwaailicht
Slang
Spiegel
Ladder
Wiel

Slide 11 - Question de remorquage

Doen:
Als de brandweermensen hun pak aan hebben stappen ze in de brandweerauto.

Maar wat zit er allemaal in de auto? Kies uit de verschillende onderdelen en sleep  het woord naar de goede plek rondom de auto. Visueel (de grootte van de kaders) kun je ook zien welk woord waar hoort.

Klik op: "controleren" en bespreek indien nodig de juiste antwoorden.
Deze ontdek je door op "toon antwoord" te klikken.

Als de woorden op de goede plek staan,  is de auto "uitrukgereed". Klaar om naar een incident te gaan.
Zet de sirene aan als als je op weg gaat naar de brand. Klik op het geluidsicoon bij het zwaailicht en je hoort de sirene.



Waar kan Billy vuur 
mee uit maken? 
Sleep in het juiste vak.
JA

Slide 12 - Question de remorquage

Bespreek:
Een heel klein brandje, waar niet zoveel rook bij is, kunnen papa of mama misschien zélf wel blussen. Is de brand groter dan een voetbal of is er veel rook? Dan ga je niet meer zelf blussen, maar  ga je naar buiten en bel je de brandweer. De brandweer blust de brand.

Waarmee kun je vuur  uitmaken?

Vraag de leerlingen om te gaan staan als ze denken dat een bepaald voorwerp geschikt is om een brand mee te blussen. Sleep het antwoord naar het vak van hun keuze.

Alle voorwerpen verplaatst? 
Klik op: "controleren" en bespreek indien nodig de juiste antwoorden.
Deze ontdek je door op "toon antwoord" te klikken.


Slide 13 - Diapositive

Video:
In de video "brandweerman", zie je dat de brandweer op pad gaat.
Kijk maar mee.
Weet jij het nog? Wat hoort bij elkaar?
112
123

Slide 14 - Question de remorquage

Weet jij het nog? Wat hoort bij elkaar?

Je ziet dat in de keuken opeens een vlam in de pan komt. Je roept direct om hulp. Wie blust de brand? Mama, die dicht in de buurt is of de brandweer?
Antwoord: Mama, de brand is nog klein omdat jij direct om hulp hebt geroepen, zodra je het vuur zag ontstaan. De brandweer waarschuw je als de brand groter is dan een voetbal.

Smokey drukt de testknop in van de rookmelder. Welk geluid hoor je?
Antwoord: PIEP, PIEP, PIEP. Het andere geluid is de slow woop van het alarm op school.

Smokey vlucht het huis uit. Hij kruipt onder de rook door naar buiten. Wat doet Smokey met de deuren. Laat hij de deuren open staan, of doet hij de deuren achter zich dicht?
Antwoord: Smokey doet de deuren achter zich dicht. Dan kan de gevaarlijke rook niet het hele huis door gaan.

Buiten bel je de brandweer op. Wat is het juiste nummer?
Antwoord: 112

Als de brandweer er is, gaan ze de brand blussen. Daarvoor trekken ze een veiligheidspak aan. Met welke kleding mag de brandweer de brand gaan blussen?
Antwoord: De brandweerman met het masker op en de fles met lucht op zijn rug. Zodat hij de gevaarlijke rook niet inademt.


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Vraag welke smiley de kinderen geven voor deze les.

Tips voor het aanpassen of verbeteren van de les kunnen worden gemaild naar:
brandweeropschool@brandweer.nl.