Vragen aan de wijkagent.

Vragen aan de wijkagent.
         Leefstijl maandag 20 januari
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vragen aan de wijkagent.
         Leefstijl maandag 20 januari

Slide 1 - Diapositive

Politie gaat op melding af bij de supermarkt
Hoogvliet. "Man loopt met geweer".

Slide 2 - Diapositive

Jongen betaald eten met nepgeld. Politie rijdt naar het huis van de 13-jarige jongen. Maar niet in politiekleding.......;-)

Slide 3 - Diapositive

Positieve bijnamen
voor de politie:

- Oom agent

- De helpende hand

- De sterke arm

- (beste) kameraad
Negatieve bijnamen
voor de politie:

- Smeris

- Wout

 - Popo

- Tuute

Slide 4 - Diapositive

Wat weet jij over de politie in Nederland?

Slide 5 - Diapositive

SPOED? Bel 112!
Geen spoed? Bel dan 0900-8844
Melden of aangifte doen?

Melden: je hebt iets gezien en vertelt het aan de politie. De politie typt het in de computer, maar doet nog niks.

Aangifte: er is iets gebeurt, je vertelt het aan de politie. De politie gaat op zoek naar wat er is gebeurt en wie het heeft gedaan.

Slide 6 - Diapositive

Gebruik de wisbordjes: melden of aangifte doen?

-Jongeren maken om 23:00 uur lawaai in de speeltuin.
-Jouw fiets is gestolen.
-Iemand heeft aan jouw billen en/of borsten gezeten.      Jij wilde dat niet.
-Jouw neef heeft elke dag heel veel briefgeld bij zich.
-Je bent je paspoort verloren.
-Je hoort vaak de buren schreeuwen tegen elkaar.

Slide 7 - Diapositive

Bespreek in tweetallen de stellingen op de volgende slide: 

Voorbeeld:

Agenten kun je niet vertrouwen.
Ze zijn allemaal toch niet eerlijk!

Wat is jouw mening? Ben jij het eens of oneens?

Slide 8 - Diapositive

1. Ik moet zelf weten of mijn fatbike is opgevoerd. Ik vind een boete echt zo stom!
.........................................................
2. Als ik 2000 euro op straat vind, mag ik dat houden. Er staat toch niet op van wie het is?
3. Mijn vriend(in) bezorgt pakketjes voor iemand die hij niet goed kent en krijgt er 100 euro voor. Ik zeg er niks van. Moet hij/zij zelf weten.
.................................................................


4. Als de politie niet in de buurt is, kan ik gewoon door rood rijden.

Slide 9 - Diapositive

Je krijgt een vragenblad. Voor de volgende opdracht heb je je telefoon of een laptop nodig.
Typ bij google het volgende in:
                                 politie spreekbeurt

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive